Vrijdag hadden de autoriteiten in beide Afrikaanse landen nog laten weten dat Habré maandag naar Tsjaad zou worden uitgezet. Tsjaad beschuldigt Habré van 40.000 politieke moorden en martelingen op grote schaal voordat hij in 1990 werd verdreven en in ballingschap ging.

Senegal had beloofd de inmiddels 69-jarige Habré te berechten, maar kwam die belofte ondanks jarenlang aandringen van Tsjaad en mensenrechtenorganisaties niet na. De Senegalese regering eiste 27 miljoen euro van de internationale gemeenschap voor de kosten van de berechting van Habré. Het gewenste bedrag werd nooit toegezegd, waarop Senegal besloot Habré terug te sturen naar Tsjaad.

De advocaat van Habré tekende vrijdag direct protest aan tegen de dreigende uitzetting van zijn cliënt. Die zou in Tsjaad geen eerlijk proces kunnen krijgen. De Verenigde Naties deden zondag een dringend beroep op Senegal om het besluit te herzien. Volgens de VN zouden er onvoldoende garanties zijn voor een eerlijk proces tegen Habré in Tsjaad.