De autoriteiten van het Oost-Afrikaanse land arresteerden zondag 35 christenen op verdenking van het samenkomen in een eredienst toen ze zich hadden verzameld ergens in de havenstad Assab. Eritrese militairen brachten de christenen, onder wie zeventien vrouwen, naar een militair gevangenkamp vlak bij Assab. Het Adi-Nefasekamp is een berucht detentiecentrum.

Open Doors berichtte ook dat 25 christelijke studenten van de onderwijsinstelling Mai-Nefhi, zo’n 12 kilometer ten zuid­westen van de Eritrese hoofdstad Asmara, op borgtocht zijn vrijgelaten om hun eindexamens te doen. Het zou gaan om studenten van de groep die begin juni in Eritrea werd gearresteerd vanwege „onpatriottisch gedrag.” Bronnen in het land verwachten dat de studenten na het afronden van hun examens opnieuw de gevangenis in zullen moeten.

Ondertussen voert de Eritrese overheid volgens Open Doors de druk op toegestane orthodoxe, rooms-katholieke, evangelisch-lutherse en islamitische groeperingen verder op. De groepen moeten hun geestelijken onder de dertig jaar inschrijven voor verplichte militaire training. Inmiddels hebben, hoewel onder protest, alle groeperingen behalve de rooms-katholieke aan die oproep voldaan. In het verleden werden kerkelijk werkers vrij­gesteld van militaire dienst vanwege hun religieuze taken.

Ondanks de berichten over openlijke vervolging in Eritrea, blijft de regering van het land vasthouden aan haar statement uit 2003 dat „geen enkele groep of persoon in Eritrea wordt vervolgd wegens geloof of religie.”

Eritrea staat op nummer twaalf op de ranglijst van christenvervolging van Open Doors. Het aantal gevangengehouden christenen in het land wordt geschat op 1500.