Dat concludeert de Groningse orthopedagoge Marieke Visser op basis van een onderzoek, waarop ze volgende week donderdag promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Visser onderzocht de resultaten van sociale vaardigheidstrainingen voor kinderen van acht tot en met twaalf jaar die zogeheten cluster 4-onderwijs volgen. Deelname aan deze trainingen leidde echter niet tot een vermindering van agressief gedrag van deze kinderen. De resultaten van trainingen zijn derhalve teleurstellend, concludeert Visser.

Volgens de promovenda wordt ten onrechte verondersteld dat de kinderen voor wie de training bedoeld is, allemaal gebaat zijn bij eenzelfde benadering van hun agressieve gedrag.

In drie deelstudies ging Visser op zoek naar redenen voor het gebrekkige rendement van de trainingen. „De training zelf is wel zorgvuldig ontwikkeld, maar de uitvoering is niet optimaal.” Trainers hebben bijvoorbeeld moeite met het hanteren van het gedrag van de kinderen in de trainingsgroepen.

Uit een andere studie blijkt dat de motieven voor agressief gedrag bij kinderen nogal verschillen. De onderzochte training houdt daar geen rekening mee, concludeert de promovenda.

Uit een derde deelstudie van Visser blijkt dat de klas een grote invloed kan hebben op de ontwikkeling van het gedrag van het individuele kind. „Als je het gedrag van individuele kinderen wilt aanpakken, moet je met de hele klas aan het werk.”