Opinie

Er zijn alternatieven voor goede opvang gehandicapten

Het tekort aan plaatsen in de reformatorische gehandicaptenzorg is een reëel probleem. Er zijn echter alternatieve manieren om zorg te vinden die past bij de eigen identiteit, betogen Jan de Jager en Jenneke Wolvers.

6 July 2011 19:14Gewijzigd op 14 November 2020 15:43

De reformatorische gehandicaptenzorg heeft een nijpend tekort aan plekken voor cliënten. Met name mensen met een sterk gedragsgestoorde, licht verstandelijke handicap ontberen plaatsen waarin de eigen identiteit wordt gehandhaafd, zo blijkt uit onderzoek van de Christelijke Hogeschool Ede in opdracht van onze zusterorganisatie Helpende Handen (RD 23-06).

Volgens onderzoekster Den Hertog is de belangrijkste wens van ouders „dat er een oplossing komt voor het gebrek aan woonvoorzieningen.” Ouders willen trouw blijven aan hun doopbelofte. Dat is nodig als zij de zorg voor hun gehandicapte kind uit handen geven.

Dit uitgangspunt onderstrepen wij van harte. Ouders willen niets liever dan hun kind plaatsen in een voorziening waar hun eigen waarden en normen worden gehanteerd.

G. J. de Pater, K. Ruitenberg en A. Prins benadrukken in hun artikel (RD 29-6) dat uitbreiding van het aantal plaatsen in de reformatorische gehandicaptenzorg niet eenvoudig is. Ouders van een kind met een sterk gedragsgestoorde, licht verstandelijke handicap dat al jaren op de wachtlijst staat, zouden echter eens verder moeten kijken. Het is namelijk goed mogelijk om op een andere manier invulling te geven aan de eigen identiteit.

De hervormd-gereformeerde vereniging ”Op weg met de ander” heeft sinds de jaren 90 een samenwerkingsovereenkomst met de protestants-christelijke zorgaanbieder Stichting Philadelphia Zorg. Mensen met welke handicap dan ook kunnen via Philadelphia een passende plek krijgen binnen de reguliere zorg. Hiervoor geven ouders bij ”Op weg met de ander” aan dat ze zorg zoeken voor hun kind. De vereniging verzamelt de gelijksoortige zorgvragen en bemiddelt en adviseert in het realiseren van een kleinschalige woonvoorziening.

Wanneer er genoeg gelijksoortige zorgvragen zijn, richten de ouders een aparte stichting op. Zij bepalen de identiteit van hun voorziening. De medewerkers worden op hun vakinhoudelijke deskundigheid en op hun christelijke identiteit gescreend. Cliënten, ouders en begeleiders vormen zo een driehoeksmodel in de zorg.

Hoe gaan deze principes in de praktijk in hun werk? De instellingen hanteren de woon- en leef­afspraken zoals de cliënten thuis gewend waren. De wekelijkse gang naar de kerk is hierbij geen uitzondering maar regel. Op die manier zijn er de afgelopen jaren meerdere mooie woonvoorzieningen gerealiseerd in onder meer Bleskensgraaf, Brakel, Kootwijkerbroek, Goes en Groot-Ammers.

Overigens delen wij de zorg van De Pater, Ruitenberg en Prins dat de overheidsbezuinigingen op het persoonsgebonden budget een bedreiging vormen van de keuzevrijheid van ouders van een kind met een handicap. We doen daarom graag mee aan het gezamenlijke pleidooi voor het behoud van de keuzevrijheid ten bate van identiteitsgebonden zorg.

De auteurs zijn stafmedewerkers van de hervormd-gereformeerde gehandicaptenorganisatie ”Op weg met de ander”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer