Een delegatie van de Libische Nationale Overgangsraad komt woensdag naar Brussel voor gesprekken met secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen en de ambassadeurs van de NAVO-lidstaten.

Dat heeft Rasmussen woensdag bekendgemaakt. De Libische delegatie, die onder leiding staat van Mahmud Jibril, praat die dag in Brussel ook met voorzitter Herman Van Rompuy van de Europese Raad.

In tegenstelling tot de EU heeft de NAVO geen diplomatieke vertegenwoordiging in Benghazi, de stad waar de opstandelingen hun hoofdkwartier hebben. Diverse NAVO-landen, waaronder de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Turkije hebben de overgangsraad erkend als vertegenwoordiger van het Libische volk. Nederland heeft dat niet gedaan. Premier Mark Rutte zei eerder dat Den Haag „alleen landen erkent, en geen regeringen”. Mede daarom heeft het overleg van volgende week een informeel karakter.

Volgens Rasmussen verliest Gaddafi elke dag terrein. „Zijn oorlogsmachine valt uiteen en zijn generaals en ministers laten hem in de steek.” De NAVO-baas kon berichten dat Gaddafi bereid zou zijn op te stappen, mits hij de macht kan overdragen aan zijn zoon Seif, niet bevestigen. Het is volgens Rasmussen ook geen optie, omdat ook tegen Seif een door het Internationaal Strafhof uitgevaardigd arrestatiebevel van kracht is.

De NAVO-topman zei geen probleem te hebben met de recente wapenleveranties door Frankrijk aan de rebellen, omdat die erop gericht zijn dat de burgerbevolking zich kan verdedigen tegen aanvallen van het Gaddafi-regime.

Rasmussen zei ook dat de NAVO niet bereid is om tijdens de ramadan, de islamitische vastenmaand die dit jaar de hele maand augustus duurt, de bombardementen te stoppen, „tenzij Gaddafi tijdens de ramadan de beschietingen van zijn eigen burgerbevolking staakt”.