Bij een van de proeven worden de gegevens uit ongeveer 300 auto’s continu naar een centraal computersysteem gestuurd. Zo meten ABS-sensoren hoe snel de wielen draaien en kan aan de hand van de wrijvingscoëfficiënt berekend worden hoe glad het is en of er op bepaalde weggedeelten meer moet worden gestrooid. Ook de bestuurders van de testauto’s krijgen een gladheidswaarschuwing.

Bij een andere proef krijgt een weggebruiker op zijn navigatiesysteem te horen hoe hard hij moet rijden om een groene golf te blijven volgen. De chauffeur krijgt ook informatie over een in aantocht zijnde hulpdienst, zodat hij tijdig rechts kan gaan rijden.

Op de weg tussen Deurne en Eindhoven krijgen 100 automobilisten in de proefperiode een persoonlijk rijadvies. Ze worden tijdig gewaarschuwd voor files, vertragingen of verkeerslichten die op rood staan. Dit voorkomt abrupt afremmen en gaat files en ongelukken tegen.

Ook voor vrachtwagens is er een verkeerstest. Vrachtwagenchauffeurs krijgen ruim van tevoren te horen of er voldoende plaats is op een parkeerterrein om te stoppen. Dit voorkomt dat chauffeurs te lang doorrijden zonder te rusten of fout parkeren op de vluchtstrook.

Rond Eindhoven en Helmond vinden vaker proeven op de openbare weg plaats. Een tijdje geleden werd de A270 volledig afgesloten voor een antifiletest van TNO.

Het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, de provincie Noord-Brabant en het ministerie van Infrastructuur en Milieu steunen de verkeersproeven met 2 miljoen euro. De deelnemende bedrijven en kennisinstellingen hoesten nog eens 3 miljoen euro op.