Dat blijkt uit de LTO Internationale Melkprijsvergelijking 2010, die de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) vanmiddag presenteerde.

De beide Nederlandse zuivelondernemingen, DOC Kaas en FrieslandCampina, zagen de melkprijzen zelfs met respectievelijk 38,1 en 25,2 procent toenemen.

Na het diepe dal van eind 2008 en begin 2009 was 2010 het jaar van een krachtig prijsherstel, aldus Siem-Jan Schenk, voorzitter van de LTO-vakgroep melk­veehouderij.

Ondanks het herstel van de markt probeert de LTO-voor­zitter het optimisme te temperen. „We moeten ons niet blindstaren op de hoge melkprijzen. Melkveehouders ondervinden in toenemende mate hinder van stijgende productiekosten.”

Ook de internationale graanmarkt is in de woorden van Schenk „krap.” Hij wijt dat aan oplopende maisprijzen in Duitsland door de forse toename van biogasproductie bij de ooster­buren.

De Nederlandse melkvee­sector is sterk afhankelijk van de internationale markt. Dat leidt ertoe dat verstoringen, zoals weers­omstandigheden, overheidsingrijpen, onzekerheid en speculatie, abrupte prijsschommelingen kunnen veroorzaken.

Het jaar 2011 is er vooralsnog een van uitersten voor de melkveehouders. In het begin van dit jaar stegen de prijzen door een opleving van de vraag in combinatie met een niet al te ruim aanbod op de botermarkt. In de loop van februari kwam de prijsstijging in een stroomversnelling en dreigde de markt oververhit te raken.

Toen de politieke onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten oplaaide, sloeg de stemming om en daalden de prijzen in een rap tempo, blijkt uit de melkprijsvergelijking. Onder invloed van het droge voorjaarsweer bleven de prijzen in april en mei stabiel.

In de vergelijking worden sinds 1999 de melkprijzen van zeventien grote zuivelondernemingen in Europa met elkaar vergeleken. Het Finse Hõmeenlinnan Osuusmeijeri scoort, net als vorig jaar, het hoogste (39,07 cent per kilo), gevolgd door het Italiaanse Granarola (34,92 cent). Het Britse zuivelbedrijf First Milk sluit de rij (25,26 cent).