Commentaar: Gedwongen keuze uit één optie
We leven in een keuzemaatschappij. Consumenten moeten dagelijks kiezen uit een veelheid van artikelen en merken. Ouders die een school zoeken voor hun kind hebben een breed scala aan mogelijkheden. Voor zoekers op de markt van religie en zingeving is er van alles te kust en te keur. Op allerlei terrein is er een ongekend aanbod van keuzemogelijkheden.
Kiezen is heel moeilijk als er zich een groot aantal variëteiten aandient. Ieder die op zoek is naar een kledingstuk weet dat het vooral lastig wordt als modezaken veel te bieden hebben. Mensen die niet snel kunnen beslissen, hebben het dan moeilijk.
Kiezen wordt ook moeilijk als er maar één smaak is. Feitelijk bestaat er dan geen keuzemogelijkheid, dan alleen: niet doen of wel doen. Iedereen voelt zich dan tekortgedaan. Volwassenen, maar ook kinderen willen immers zelf kunnen bepalen wat het best bij hen past.
Nog moeilijker wordt het wanneer er maar één mogelijkheid als keuze wordt aangeboden, maar men gedwongen wordt die ook te accepteren. Dan kun je wel spreken van kiezen, maar word je feitelijk gedwongen in een richting die je misschien helemaal niet wilt. Kiezen is dan een farce.
Niet-confessionele partijen in ons land werpen zich bij herhaling op als de grote verdedigers van de keuzevrijheid voor de burger. Die moet vooral zelf uitmaken wat goed voor hem is. De overheid moet alleen maar kaders scheppen en verder zoekt de burger het zelf maar uit. Geen opgelegde normen, want de libertijnen zijn vuurbang voor een overheid die zedemeester is.
Wie de achterliggende week nog eens bekijkt, ziet waar dit toe kan leiden. Met grote voortvarendheid moest een reparatiewetje door het parlement worden gejaagd omdat de PvdA vorige week per abuis instemde met een uitzonderingsbepaling voor Kliksafe. Deze internetprovider biedt gebruikers een filter aan waardoor sites met porno of geweld worden geweerd. Daar willen progressieven niets mee van doen hebben. Netneutraliteit gaat voor alles. Daarom moet het filter van Kliksafe weg.
Als ouders al willen dat hun kinderen –of zij als volwassenen zelf– niet worden geconfronteerd met vunzigheden, dan regelen ze thuis maar iets. Dat moet een provider niet doen.
Niemand heeft nog duidelijk kunnen maken waarom de keuzevrijheid groter wordt als men geen filter aan het begin van de lijn (bij de provider) heeft, maar aan het einde ervan (thuis). Als consumenten ervoor kiezen een abonnement te nemen bij een internetprovider die aan het begin van de lijn een filter plaatst, dan is dat toch de keuze van de burger? Niemand wordt gedwongen naar die ene aanbieder te gaan.
Hier wordt duidelijk dat de niet-christelijke partijen heel bewust dwingen tot slechts één keuze. Je wordt geacht de liberale geest te omarmen, zodat je als burger zelf alle goed en alle kwaad moet beoordelen. Dat daarmee duizenden mensen ongewild toch in aanraking komen met inhoud die weerzinwekkend en tegelijk heel verleidelijk kan zijn, is voor de libertijnen geen argument. Het dogma van de keuzevrijheid gaat blijkbaar voor alles.