Opinie

Bied student in kerkelijke gemeente een luisterend oor

De verhouding tussen student en kerk is soms stroef. Door goed naar studenten te luisteren, kunnen kerken voorkomen dat zij los komen te staan van hun thuisgemeente, betoogt Dirk de Lange.

1 July 2011 10:54Gewijzigd op 14 November 2020 15:39
„Veel studenten komen losser te staan van hun thuisgemeente als ze op kamers gaan wonen.” Foto RD, Anton Dommerholt
„Veel studenten komen losser te staan van hun thuisgemeente als ze op kamers gaan wonen.” Foto RD, Anton Dommerholt

Veel studenten zitten kritisch in de kerk. Dat lijkt een weinig vruchtbare houding. Zeker als die kritische houding aanleiding is voor ergernissen, zowel bij de student als bij andere gemeenteleden. Er zijn verschillende oorzaken die deze kritische houding verklaren. Ik noem er enkele.

Allereerst wordt jongeren vaak een zeker idealisme toegeschreven – iets wat wel eens gemist wordt bij ouderen. Wanneer er een conflict is tussen ideaal en (harde) werkelijkheid, is dat al snel aanleiding voor kritiek.

Daarnaast komen veel studenten losser te staan van hun thuisgemeente. Ze gaan op kamers wonen en bezoeken met enige regelmaat andere kerken. Hierdoor krijgen ze de kans meer van buitenaf naar hun gemeente te kijken en verschillende gemeenten met elkaar te vergelijken. Ook ontwikkelen ze een gevoel voor wat cultureel bepaald is binnen een kerk en wat niet. Niet zelden zijn ze vervolgens geneigd veel zaken te relativeren.

Studenten zitten in een fase van hun leven waarin ze op zoek zijn naar waarheid voor zichzelf. Door zich te weren tegen wat hun eerder geleerd is –onder meer in de kerk– worden ze verantwoordelijk voor een waarheid die ze aanvaarden of verwerpen. Bij deze zoektocht nemen ze veelal hun toevlucht tot wetenschappelijk werk, dat een aanstekelijke duidelijkheid bevat.

Studenten worden tijdens hun studie ook geconfronteerd met een ander wereldbeeld dan ze van huis uit meekregen. Opeens zijn ze hevig verontwaardigd dat de wereld zich meer bezighoudt met eerlijke handel dan de kerk dat doet. Of vragen ze zich af wat eigenlijk het verschil is tussen een christelijke gemeente en een voetbalvereniging. Dat kan de verhouding met de thuisgemeente best eens op scherp zetten.

Welke houding komen dergelijke kritische studenten nu tegen in de kerk? Is men daar onverschillig als het gaat om de vraag naar waarheid? Claimt men de waarheid –de eigen waarheid is de ultieme waarheid– door zich te beroepen op de traditie? Krijgen ze simplistische antwoorden op hun kritische vragen?

Hopelijk wordt hun in alle eenvoud gewezen op Hem, Die de Waarheid is. Door bij Zijn Woord te blijven, zullen we waarlijk leerlingen van Hem zijn en de waarheid leren kennen die ons vrijmaakt. Vrij om elkaar te dienen en lief te hebben. Geef studenten daarom geen kans toeschouwer te worden. Geef ze veel eerder een bepaalde taak in de gemeente.

De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer noemt het luisteren naar elkaar de eerste dienst die we aan elkaar moeten bewijzen in de gemeente. „Zoals de liefde tot God ermee begint, dat wij naar Zijn Woord luisteren, zo begint de liefde tot de broeder ermee dat wij leren naar hem te luisteren. De liefde van God jegens ons komt daarin uit dat Hij ons niet alleen Zijn Woord geeft, maar dat Hij ook naar ons luisteren wil.”

Niet alleen voor de kerk, maar ook voor idealistische studenten valt er veel te leren bij Bonhoeffer. Allereerst wel dit, dat een christelijke gemeenschap te gronde kan gaan aan wensbeelden. „Wie zijn droom van een christelijke gemeenschap hoger stelt dan de christelijke gemeenschap zelf, verstoort in feite elke christelijke gemeenschap, ook al bedoelt hij het persoonlijk nog zo goed. God haat die dromerij, want ze maakt hoogmoedig en veeleisend.”

Voor je het weet ben je een levend verwijt voor anderen, waarschuwt Bonhoeffer: „Je doet alsof jij nu de christelijke gemeenschap tot stand moet brengen, alsof jouw droombeeld de mensen moet verenigen.” Wie niets weet te beginnen met een christelijke gemeenschap waarin hij gesteld is, en de schuld op die gemeenschap schuift, die moet eerst zichzelf onderzoeken, of het soms niet juist zijn wensdroom is die hier door God kapotgeslagen moet worden.

„Christelijke broederschap is niet een ideaal dat wij moeten verwerkelijken, maar een door God in Christus geschapen werkelijkheid, waaraan wij mogen deelhebben. Hoe duidelijker wij de grond en de kracht en de belofte van al onze gemeenschap alleen in Jezus Christus leren zien, des rustiger leren wij over onze gemeenschap denken en voor haar bidden en hopen.” Kennis maakt opgeblazen, het is luisterende liefde die opbouwt.

De auteur studeert civiele techniek in Delft. Hij is lid van de reformatorische studentenvereniging CSFR, die volgende week een conferentie belegt over ”Waarom zou ik naar de kerk gaan?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer