Website over gruweldaad in Renesse uitgebreid
HAAMSTEDE – „Je kunt toch een jongen van 15,5 jaar niet ophangen?” De NSB-burgemeester van Haamstede voorkwam dat de 18-jarige Kees den Boer werd terechtgesteld.
De Tien van Renesse, die door de Duitsers werden vermoord, hadden er dus ook elf kunnen zijn. Den Boer ontsnapte aan de dood. Hij moest tijdens de terechtstelling met zijn rug naar de andere mannen gaan staan. Achter zich hoorde hij slechts een plof. Geen van de slachtoffers maakte geluid.
Het verhaal van Den Boer is vorige week toegevoegd aan de onlangs geopende website janverhoeff.nl over de Tien van Renesse, die op 10 december 1944 ter dood werden gebracht. Een week eerder hadden de Duitsers op Schouwen-Duiveland verordend dat alle mannen tussen de 17 en de 40 jaar zich moesten melden voor werk in de oorlogsindustrie. Het eiland was al getroffen door gedeeltelijke onderwaterzetting, nu kwam dit er nog bij. Ambtenaren in Renesse die een lijst van dwangarbeiders moesten opstellen, lieten het verzet het bevolkingsregister stelen, waarna ze onderdoken.
Het bevel tot aanmelding was een van de redenen waarom het verzet besloot om over de Oosterschelde uit te wijken naar bevrijd Noord-Beveland. Het verzet zou de geallieerden waardevolle informatie over de Duitse verdediging kunnen verschaffen. De geallieerden kregen het verzoek zeventien personen ’s nachts bij Zierikzee met een boot op te pikken: de twee ambtenaren van Renesse, twee geallieerde militairen, een Nederlandse commando, een gedeserteerde Armeniër en verzetsmensen.
De eerste poging mislukte door het barre winterweer, de volgende omdat geen contact gemaakt kon worden met de boot, mosselkotter BRU 34. Toen de mannen naar huis gingen, stuitten ze op een Duitse patrouille. Zes wisten te ontsnappen, de anderen werden naar Goeree-Overflakkee gebracht. Onderweg sprong de Armeniër overboord en verdronk.
De Duitsers veroordeelden de arrestanten tot de strop. Hun goederen werden afgenomen en hun huizen zouden worden verbrand of verbeurd verklaard. De lichamen moesten twee keer 24 uur als afschrikwekkend voorbeeld blijven hangen.
De gevangenen werden gemarteld en kregen geen eten en drinken, maar ze lieten niets los. De gereformeerde predikant ds. H. C. Voorneveld werd die zondagmorgen van de kansel geroepen om hun geestelijke bijstand te verlenen in de bunker waar ze waren opgesloten. Nadat hij Psalm 23 en 91 had gelezen, zong hij met de arrestanten het Lutherlied.
Bij de ingang van de slotlaan van Kasteel Moermond bij Renesse moest de zwaargewonde gemeentesecretaris van dat dorp toekijken hoe zijn negen makkers werden opgehangen. Toen hij overleed, werd zijn lichaam ernaast gehangen. Burgers werden gedwongen naar de terechtgestelden te kijken. Een van hen zag zijn zoon er hangen, een ander twee broers. Een aantal nabestaanden werd uit hun huis gejaagd.
Kees den Boer behoorde niet tot de groep die naar bevrijd gebied wilde ontsnappen. Hij weigerde voor de Duitsers te werken. Toen ze hem voor de keuze „werken of ophangen” plaatsten, koos hij voor het laatste. Hij ontsnapte aan de dood doordat de burgemeester voor hem in de bres sprong.
De Duitsers dreigden meer burgers op te hangen als de zes voortvluchtigen niet werden uitgeleverd. Vier van hen meldden zich. Zij overleefden de oorlog, net als de twee anderen.
De nu geopende website, samengesteld door een familielid van slachtoffer Jan Verhoeff, bevat verhalen van ooggetuigen en justitiële documenten. De vermoorde mannen kwamen uit Haamstede, Renesse, Brouwershaven, Zonnemaire en Zierikzee. De oudste was 44 jaar, de jongste 24. Een herdenkingsboek vermeldde: „Hun zonde was geweest, dat zij als goede Zeeuwen hun vrijheid te veel bemind hadden.”