IJmert Muilwijk: Risico’s pensioenakkoord vragen om goede beheersing
Het nieuwe pensioenakkoord moet niet van tafel, maar door de sociale partners tijdens de uitvoering worden uitgewerkt in het belang van alle generaties, betoogt IJmert Muilwijk.
Door alle discussies over het nieuwe pensioenakkoord is het onduidelijk geworden waarom het pensioenstelsel ook alweer aan vernieuwing toe was. De belangrijkste redenen voor vernieuwing van het pensioenstelsel waren de verhoogde levensverwachting en grote schokken op de financiële markten. Zo verdampte tijdens de laatste economische crisis een groot deel van de beleggingen.
De kern van ons collectieve solidaire systeem moet overeind blijven. Het systeem is echter toe aan een grondige verbouwing. Het doorvoeren van vernieuwingen is niet vrijblijvend, maar noodzakelijk. Alleen dan kunnen we het beste pensioensysteem van de wereld behouden.
Afspraak
In het nieuwe pensioenakkoord worden een aantal problemen aangepakt. De verhoogde levensverwachting wordt opgevangen door de pensioenleeftijd te verhogen naar 66 in 2020 en 67 in 2025. Wanneer de levensverwachting blijft stijgen, passen de pensioenleeftijden zich hieraan automatisch aan.
Op het punt van de schokken op de financiële markten wordt actie ondernomen door de pensioentoezeggingen niet meer (nominaal) onvoorwaardelijk te maken. Er kan daarmee sneller worden ingespeeld en aangepast op de actuele financiële situatie van het fonds. Dit voorkomt dat jongeren eindeloos moeten blijven betalen als een fonds in onderdekking is. Dit was bijvoorbeeld het geval met de herstelregelingen na de afgelopen economische crisis.
Ook de afspraak dat de pensioenpremies niet eindeloos verhoogd blijven worden om de vergrijzing op te vangen, is positief voor jongeren. Het Centraal Planbureau (CPB) constateert dan ook terecht dat het nieuwe akkoord beter is voor jongeren dan het huidige stelsel.
Risico’s
Het CPB geeft echter ook aan dat er wel risico’s voor jongeren in het akkoord zitten. Deze risico’s moeten snel duidelijk worden en vervolgens samen met de sociale partners worden aangepakt. Dat voorkomt dat jongeren het kind van de rekening worden. Risico’s zijn er niet om uit de weg te gaan, maar om goed te beheersen.
Zo is het van belang dat pensioenfondsen zich niet rijk rekenen door het toepassen van een te hoge rekenrente. Het mag niet zo zijn dat de gepensioneerden van nu door te positieve toekomstverwachtingen ieder jaar worden geïndexeerd en er vervolgens voor jongeren te weinig geld overblijft voor een fatsoenlijk pensioen.
Het risico dat door een variabele rekenrente wordt veroorzaakt is geen reden om de huidige vaste rente aan te houden. Wel legt het een zeer belangrijke verantwoordelijkheid bij de pensioenfondsen. De fondsen moeten daarom conservatief boekhouden, ofwel niet te rooskleurig kijken naar verwachte rendemente op beleggingen. Overigens hebben wij als jongeren ook zelf de verantwoordelijkheid om dit goed in de gaten te houden en waar nodig de fondsen aan te spreken op onverantwoord gedrag.
Het is voor jongeren verder van groot belang dat de inzet van pensioenfondsen vooraf duidelijk wordt gemaakt voor de deelnemers. Dat betekent dat vanaf het begin helder is wanneer er wel of niet geïndexeerd kan worden en wanneer uitkeringen gekort zullen moeten worden. Mocht er te weinig geld blijken te zijn, dan is van tevoren duidelijk wie de rekening betaalt.
Ook is er transparantie nodig over de resultaten. Op die manier kunnen jongeren het pensioenfonds aanspreken op zijn prestaties. Als een fonds in onderdekking komt, kunnen jongeren aangeven dat ook de aanspraken van ouderen verminderd moeten worden door onthouding van indexatie of zelfs door het korten van de pensioenen.
Ten slotte is het van belang om de uitkomsten van het akkoord na twee jaar te evalueren. Wanneer blijkt dat de voor- of nadelen uitslaan naar één generatie of groep moet de pensioenwetgeving worden herzien.
Solidariteit
Kortom, ons pensioensysteem kan alleen behouden worden door het grondig te vernieuwen. Het nieuwe pensioenakkoord is een belangrijke stap vooruit. Er kleven echter ook risico’s aan. Die zijn er niet om uit de weg te gaan, maar vragen om goede beheersing.
Het pensioenakkoord moet daarom niet van tafel, maar door de sociale partners tijdens de uitvoering worden uitgewerkt in het belang van alle generaties. Jongeren en ouderen moeten solidair zijn. Wanneer de solidariteitsgrens van een van beide kanten wordt overtreden, tast dat het draagvlak onder ons collectieve pensioensysteem aan.
De auteur is voorzitter van CNV Jongeren.