Christenen Turkije ondervinden steeds meer vijandigheid
ANKARA – Op een islamitische begraafplaats in de Turkse stad Ankara had begin deze maand een merkwaardige ceremonie plaats. Het lichaam van de 75-jarige Zeynap Tufan werd op last van de Turkse autoriteiten op de begraafplaats ter aarde besteld, ondanks heftige protesten van haar zoon en andere familieleden van de vrouw.
Zeynap, geboren uit islamitische ouders, had zich namelijk samen met haar echtgenoot na het lezen van de Bijbel bekeerd tot het christendom, maar had haar religie niet veranderd op haar identiteitskaart. Dit laatste om problemen met de Turkse staat te voorkomen, aldus haar zoon. Op basis van haar identiteitskaart, die aangaf dat Zeynap moslima was, besloten de Turkse autoriteiten dat ze dus islamitisch begraven moest worden. Ondanks het feit dat allen die Zeynap hadden gekend de autoriteiten hadden verteld dat Zeynap christen was en dat het haar laatste wens was geweest om christelijk te worden begraven.
Het werd een vreemde begrafenisplechtigheid. De imam op de islamitische begraafplaats leidde de plechtigheid, maar stuitte op een muur van stilzwijgen bij degenen die waren gekomen om Zeynap de laatste eer te bewijzen. Nadat de imam was vertrokken, hielden de familieleden een korte christelijke ceremonie op de islamitische begraafplaats.
De angst van Tufan om haar christelijk geloof op haar identiteitskaart te vermelden, is illustratief voor de moeilijke positie van christenen in Turkije, dat in naam een seculiere republiek is. Dit laatste garandeert dat niet de islamitische sharia wordt toegepast, die de doodstraf stelt op het verlaten van de islam. In Turkije blijken christenen op dit punt echter andere problemen te ondervinden.
Zo stelde de staat in 2007 strafrechtelijke vervolging in tegen twee Turken die zich bekeerd hadden tot het protestantisme. De aanklacht luidde dat het tweetal met hun bekering de „Turkse identiteit” hadden beledigd. Uiteindelijk werd het tweetal in oktober 2010 vrijgesproken, waarna de Turkse staat met een nieuwe aanklacht tegen hen kwam. Ze zouden „informatie hebben verzameld over Turkse inwoners” en konden kiezen tussen het betalen van een boete van 3170 dollar of zeven maanden gevangenisstraf.
De Amerikaanse Commission on International Religious Freedom geeft jaarlijks een rapport uit waarin met name de godsdienstvrijheid van religieuze minderheden wordt beoordeeld. Sinds drie jaar heeft deze commissie Turkije op een observatielijst geplaatst, wat een duidelijke indicatie is dat de situatie van religieuze minderheden in Turkije verslechterd is. Het meest verontrustende hierbij is dat er in het maatschappelijk klimaat in Turkije steeds meer vijandigheid lijkt te ontstaan tegenover christenen.
In 2008 hebben Turkse sociologen een door de EU gefinancierd onderzoek uitgevoerd naar de algemene visie van Turken op hun christelijke landgenoten. De uitkomsten waren onthutsend. Meer dan een derde van alle ondervraagde Turkse moslims wilde absoluut geen christenen als buren, terwijl meer dan 50 procent er ernstige bezwaren tegen had dat christenen uiting gaven aan hun geloof in publicaties of tijdens openbare bijeenkomsten zoals kerkdiensten.
Deze negatieve visie op christenen en christendom wordt in belangrijke mate bewerkstelligd door de Turkse media, met name de televisie. Zo produceerde de Turkse televisie de vervolgserie ”Vallei van de wolven”, die zich afspeelt in Irak. In deze serie, die zowel in Turkije als in een aantal Arabische landen een groot succes was, wordt een buitengewoon negatief beeld geschetst van christenen. Ze worden afgeschilderd als onbetrouwbare elementen, die in het geheim bloedige complotten beramen tegen hun vaderland. Wellicht was de reactie van de Turkse politieke elite op deze serie nog het meest verontrustend. Verschillende leden van de regerende AKP-partij prezen de film, terwijl de Turkse minister-president Erdogan weigerde de serie te veroordelen.
Sinds jaren wordt er gesproken over de vermeende islamofobie van het Westen, maar in Turkije lijkt er tot op de hoogste niveaus sprake te zijn van een evidente christofobie. Zo publiceerde de Turkse krant Cumhuriyet een rapport van de Turkse veiligheidsdiensten met de titel ”Reactionaire elementen en risico’s”. In dit rapport werden islamitische terroristische groeperingen op één lijn gesteld met christelijke missionarissen die Turkije zouden omvatten als een „spinnenweb”, met de bedoeling om het land innerlijk te verdelen. Het bevestigde het beeld van christenen als staatsgevaarlijke elementen.
Enkele weken geleden heeft een aantal Amerikaanse Congresleden een nieuwe resolutie ingediend die Turkije oproept „om zijn christelijke erfenis te beschermen en onrechtmatig geconfisqueerde kerkelijke goederen te retourneren.” Honderden gebouwen en bezittingen van met name de Grieks-Orthodoxe Kerk zijn de afgelopen decennia door de Turkse staat verbeurd verklaard.
Dit leidde vorig jaar tot een pijnlijk en beschamend incident. De regering had in Istanbul, in de wijk Ortakoy, een nieuw secretariaat geopend, dat de toetreding van Turkije tot de Europese Unie moest voorbereiden. Tijdens de ingebruikneming van het gebouw was een hoge Europese delegatie aanwezig. Enkele dagen later werd echter duidelijk dat de Turkse staat dit gebouw had geconfisqueerd van de Grieks-Orthodoxe Kerk, wat consternatie veroorzaakte in diplomatieke kringen in Brussel. Zou resolutie 306 worden aangenomen door het Amerikaanse Congres, dan zou dit een belangrijke steun betekenen voor de christelijke kerken in Turkije om hun geconfisqueerde goederen terug te eisen.
De christelijke gemeenschap in Turkije is geslonken van zo’n 30 procent van de bevolking aan het begin van de twintigste eeuw tot nog slechts 90.000 christenen (0,1 procent) anno 2011.