Dat adviseert de commissie-Meijdam, die in opdracht van het kabinet oplossingen heeft bedacht voor de tariefproblemen met het huidige ov-chipkaartsysteem, zoals het omstreden dubbele opstaptarief.

De treinreiziger die met de ov-chipkaart reist, betaalt per vervoerder een opstaptarief. Wie tijdens een lange treinreis met verschillende spoorvervoerders reist, kan op een dag geconfronteerd worden met twee tot drie keer een opstaptarief. De commissie wil met het enkelvoudig in- en uitchecken dit probleem oplossen.

Omdat dit nog 2 tot 3 jaar op zich laat wachten, stelt de commissie een tijdelijke softwareaanpassing voor die binnen een jaar kan ingaan. „Kosten: 2 miljoen euro, om te slaan bij vervoerders en (de)centrale overheden”, aldus de commissie donderdag.

Met het huidige systeem moet de reiziger zeker minimaal 4 euro saldo op z’n kaart hebben staan, het gangbare opstaptarief. Over de vraag of de hoogte daarvan omlaag moet, doet de commissie geen uitspraak.

Woensdag lekte al uit dat de commissie onder leiding van Henry Meijdam toe wil naar een onafhankelijke ov-autoriteit met daarin de vervoerders en centrale overheden, maar ook de consument. „Om de ov-autoriteit snel op te richten adviseren wij de minister om een kwartiermaker te benoemen”, aldus de commissie.