Beenderenkist behoorde aan familie Kajafas toe
TEL AVIV – Wetenschappers van Israëlische universiteiten hebben vastgesteld dat de inscriptie die een ossuarium (beenderenkist) toeschrijft aan een dochter uit de familie van de hogepriester Kajafas, echt is.
De Israëlische Dienst voor Oudheden kreeg het 2000 jaar oude ossuarium drie jaar geleden van de afdeling die zich bezighoudt met de bestrijding van diefstal. Dieven roofden de kist uit een oud Joods rotsgraf in de Vlakte van Elah in Midden-Israël.
Het ossuarium bleek een Aramese inscriptie te hebben met de woorden: ”Mirjam dochter van Yeshua, zoon van Kajafas, priester van Maäzja uit Beth Imri”.
Ossuaria zijn kleine stenen kisten waarin Joden rond het begin van de jaartelling de beenderen van de overledenen legden nadat het lichaam was vergaan. Ze plaatsten de kisten in familiegraven in grotten.
Om de authenticiteit van het object en de inscriptie vast te stellen, wendde de Dienst voor Oudheden zich tot dr. Boaz Zissu van het Departement van het Land van Israëlstudies en Archeologie van de Bar Ilan Universiteit in Ramat Gan en prof. Yuval Goren van het Departement van de Culturen uit het Nabije Oosten van de Tel Aviv Universiteit.
De twee wetenschappers bevestigen het belang van de vondst in een artikel dat deze week werd gepubliceerd in het blad Israel Exploration Journal. Het bleek dat de oxidatielaag aan de kanten en op de inscriptie „authentiek en oud” is.
Maäzja is de laatste van 24 priestergroepen die in de tempel in Jeruzalem dienden. In 1 Kronieken 24:18 wordt melding gemaakt van deze groep. De Mirjam van wie de beenderen in deze kist gelegd werden, was een dochter van Yeshua, destijds een veel voorkomende naam. Ze behoorde tot de familie Kajafas. De hogepriester Jozef Bar Kajafas was betrokken bij het proces tegen Jezus.
Beth Imri kan slaan op de naam van een priesterfamilie, waartoe ook de Maäzjagroep behoorde. Een andere mogelijkheid is dat het ging om een oude nederzetting die vandaag bekendstaat als Beit Ummar, een dorp in het noorden van de heuvels van Hebron.
In het dorp en het naburige Khirbet Jufin zijn overblijfselen gevonden van een Joodse nederzetting uit de Tweede Tempelperiode en de tijd van de Tweede Joodse Opstand onder Bar Kochba (132-135).