Nederland wil misdaden tegen de mensheid berechten
Nederland kan vanaf dit jaar internationale misdrijven zoals misdaden tegen de mensheid en volkerenmoord bestraffen. De Eerste Kamer nam dinsdag de Wet internationale misdrijven (WIM) aan.
Deze wet geeft de Nederlandse justitie een ”universele rechtsmacht” als het gaat om deze ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht. Dat betekent dat de overtreding niet in Nederland hoeft te zijn begaan.
De WIM is onder meer nodig om het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag beter bij de Nederlandse wetgeving te laten aansluiten. Steeds meer landen, zoals Duitsland en Canada, voeren dit soort wetgeving in.
Vanaf 1952 had Nederland op grond van de Wet oorlogsstrafrecht deze rechtsmacht al voor oorlogsmisdaden, maar daarvan is nauwelijks gebruikgemaakt. Inmiddels zijn daar dus de misdaden tegen de mensheid en volkerenmoord bij gekomen.
Het VVD-Eerste-Kamerlid Rosenthal ging dinsdag tijdens het debat in op de regeling van de onschendbaarheid van regeringsleden in actieve dienst. Minister Donner van Justitie erkende dat Nederland hierin afhankelijk was van de ontwikkeling van het internationaal recht, onder meer door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. „Het handelen van een regeringsleider of een minister van Buitenlandse Zaken kan meestal worden gezien als het handelen van een staat. En het is niet aan Nederland om daarover rechtsmacht te claimen.”
De Wet internationale misdrijven geeft alleen bevoegdheid tot vervolging als het misdrijf in „persoonlijke hoedanigheid” is gepleegd en niet in naam van de staat. „In sommige gevallen zal de rechter eraan te pas moeten komen om te bepalen of dit zo is. Verder maakt het in dit verband natuurlijk nogal wat uit of Nederland die staat al dan niet erkent”, aldus Donner.
SP-kamerlid Kox stelde vragen over de eis dat de verdachte in Nederland aanwezig moet zijn voordat Justitie actie mag ondernemen. Volgens minister Donner is het openbaar ministerie echter niet bevoegd informatie vast te leggen over personen die nog niet officieel als verdachte zijn aangemerkt. „Bovendien zouden we dan duizenden dossiers moeten aanleggen van alle oorlogsmisdadigers die mogelijk ooit naar Nederland zouden kunnen komen.”
In het geval van oorlogsmisdadigers die zich als vluchteling in Nederland melden, zei Donner veel te verwachten van informatie-uitwisseling met andere landen. „Zodra de persoon is geïdentificeerd als de gezochte verdachte, kun je informatie uit het land van herkomst opvragen of je kunt hem uitleveren.”