Harde taaleis aan Rotterdamse instellingen
ROTTERDAM (ANP) – Gesubsidieerde instellingen in Rotterdam moeten ervoor zorgen dat hun personeelsleden de Nederlandse taal goed beheersen. Doen ze dat niet, dan lopen ze kans geen subsidie meer te krijgen.
Die eis wil het stadsbestuur ook stellen aan bedrijven die opdrachten uitvoeren voor de gemeente. Dat staat in het Taaloffensief van de gemeente Rotterdam, dat D66-wethouder Korrie Louwes (arbeidsmarkt en participatie) en CDA-wethouder Hugo de Jonge (onderwijs) woensdag presenteerden.
„Het liefst willen wij de Nederlandse taal als norm opnemen in de algemene subsidieverordening Rotterdam”, staat in het actieplan. „We onderzoeken hoe we in de komende aanbestedingen taal als kwaliteitseis kunnen opnemen.” Zo worden ook taaleisen gesteld aan peuterleidsters en medewerkers in de kinderopvang. Een op de drie kinderen in Rotterdam begint immers met een taalachterstand, die het kind bijna nooit meer inhaalt.
„Op dit moment is het taalniveau van medewerkers niet altijd voldoende om aan kinderen de Nederlandse taal te leren, terwijl juist zij een belangrijke voorbeeldfunctie hebben”, stelt onderwijswethouder De Jonge. Louwes zegt: „Belangrijk uitgangspunt van het Taaloffensief is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werkgever, werknemer en gemeente bij de aanpak van laaggeletterdheid.”
Het programma richt zich op ouders van jonge kinderen, jongeren, werknemers en werkzoekenden. De gemeente wil die bereiken via organisaties als bibliotheken, Centra voor Jeugd en Gezin, sportverenigingen en zorgverleners zoals huisartsen en tandartsen. Voor hen is ‘taal op recept’ ontwikkeld waarbij ze cliënten die slecht Nederlands spreken, met zachte drang wijzen op de noodzaak voor een cursus Nederlands.
Bij een kwart van de Rotterdammers is de taalbeheersing problematisch of zeer zwak. Gevolgen van taalachterstanden zijn onder meer werkloosheid, onvoldoende deelname aan het maatschappelijke leven en criminaliteit. Reden te meer voor het college om de taalachterstanden aan te pakken.