Duizend nieuwe diersoorten ontdekt
PORT MORESBY – Wetenschappers hebben tussen 1998 en 2008 ruim duizend vooralsnog onbekende diersoorten ontdekt op het Indonesische eiland Papoea-Nieuw-Guinea.
Dat meldde het Wereld Natuur Fonds (WNF) in een dezer dagen gepubliceerd rapport. De natuurvorsers hebben 1060 nieuwe diersoorten aangetroffen. Het gaat 218 nieuwe plantensoorten, waaronder 100 nieuwe orchideeën, 43 reptielen, 12 zoogdieren, 580 ongewervelden, 134 amfibieën, 2 vogels en 73 vissen. Onder de nieuw diersoorten bevinden zich onder andere kikkers met tanden, een blinde slang, een dolfijn met rond hoofd en een rivierhaai.
Biodiversiteit
De wetenschappers hebben er ook de grootste vlinder (30 centimeter groot) en ratten van meer dan een meter lang gevonden. „Deze studie toont aan dat de bossen en rivieren van Nieuw-Guinea in termen van biodiversiteit tot de rijkste ter wereld behoren. In die zin lijkt Nieuw-Guinea meer op een continent dan op een eiland”, aldus woordvoerder Neil Stronach van het WNF.
De regenwouden op Nieuw-Guinea, dat bestaat uit een Indonesisch deel in het westen en het zelfstandige Papoea-Nieuw-Guinea in het oosten, zijn de op twee na grootste van de wereld. De bossen op het eiland bevatten naar schatting 8 procent van alle soorten op aarde. Nieuw-Guinea bevat na het Amazonebekken in Zuid-Amerika en de tropische bossen in Congo in Afrika het grootste aaneengesloten regenwoud ter wereld.
Het eiland beslaat slechts 0,5 procent van het aardoppervlak, maar telt acht procent van de in kaart gebrachte fauna en flora in de wereld. Op één vierkante kilometer op Nieuw-Guinea kunnen dus meer dan 150 vogelsoorten wonen.
Gevaar
De nieuwe soorten mogen dan nog maar net in de boeken zijn opgenomen: ze lopen nu reeds gevaar. Uit onderzoek blijkt dat onder meer het kappen van regenwoud veel soorten bedreigd.
Het WNF is dan ook niet optimistisch als het gaat om de toekomst. De organisatie waarschuwt in het rapport dat mensen het regenwoud op Nieuw-Guinea in een hoog tempo vernietigen. De problemen worden onder meer veroorzaakt door houtkap voor onder meer de aanleg van palmolieplantages en wegen en het exploreren van de bodem in de vorm van mijnbouw.
Het WNF heeft 2011 uitgeroepen tot het jaar van de bossen. Door publicatie van rapporten zoals over Nieuw-Guinea en het verspreiden van informatie aan het publiek, regeringen en supra-nationale organen hoopt de organisatie de bedreigingen voor de natuur te kunnen keren.
Het blijft echter een taaie klus. Lokale belangen zijn vaak strijdig met internationale natuurbescherming, zo weten de natuurvorsers. Het stimuleert echter hun ijver in het speuren naar nieuwe diersoorten in een vertwijfelde poging om ondanks tegenslagen te redden wat er te redden valt.