Afbraak reformatorisch zuil kan leiden tot geestelijke winst
Wij hebben de laatste decennia een kathedraal gebouwd. Nu ja, een kathedraal is wat overdreven. Maar als bevindelijk gereformeerden hebben we wel een knappe villa opgetrokken. De bouwstenen zijn bekend: reformatorische media, scholen, kerken, modezaken, zorgvoorzieningen, vakantieparken, beurzen, een eigen politieke spreekbuis en kinderopvang op gereformeerde grondslag. Alles ingebed in een fijnmazig leer- en kleersysteem, waarin je als eenvoudig jurist verdwaalt. Netjes verdeeld over 666 kerkelijke denominaties. Onze zuil staat als een huis. Met muren als van de stad Jericho.
We weten echter dat het kraakt. Ik heb het niet over aanvallen van buitenaf. Dat valt wel mee. Ik heb het over slijtage van binnenuit. Organisatorisch hebben we de zaken goed op een rijtje, maar de zorgen over onze geestelijke gezondheid stapelen zich op. Blijkbaar laat God Zich niet zomaar ontmoeten in een kathedraal.
Onze verlegenheid blijkt al uit de vele publicaties over hoe je christen moet zijn in deze tijd en welke rol de kerk nog kan spelen. Alsof christen-zijn een kwestie is van het juiste pilletje innemen. De publicaties bieden nuttige bespiegelingen, maar geen gezaghebbende antwoorden. Integendeel. De antwoorden staan vaak haaks op elkaar. De onzekerheid over onze identiteit groeit. Hoe moeten wij anderen overtuigen van Gods waarheid? En onze kinderen? En zijn wij zélf nog wel helemaal overtuigd?
Dit roept de vraag op waar wij precies blijven als de reformatorische hulpmiddelen wegvallen en onze kathedraal verkruimelt.
De apologeet C. S. Lewis was ook een bouwer van kathedralen. Zijn bouwstenen waren vernuftige apologieën, uitgekiende polemieken en briljante ethische uiteenzettingen. Zijn oeuvre vormt een schitterend, christelijk monument. Het was een bouwwerk dat de eeuwen kon verduren. Er waren echter geen eeuwen nodig om het bouwwerk omver te krijgen. Lewis verloor zijn vrouw aan kanker en dat was genoeg om zijn kathedraal tegen de vlakte te werpen. „Als mijn huis met één windstoot is omgevallen, dan komt dat doordat het een kaartenhuis was. Mijn geloof was geen geloof, maar verbeelding.”
Lewis zakt door al zijn doordachte en doortimmerde constructies. Hij schreeuwt tot God, maar vindt „een deur die voor je neus dichtgeslagen wordt en binnen het schuivende geluid van een grendel, een dubbele grendel. Daarna stilte. Het huis kan wel onbewoond zijn. Heeft er wel ooit iemand gewoond?” Lewis voelt zich als een rat in een laboratorium en vraagt zich af of God geen grote vivisector is. „God moge God vergeven.”
Uiteindelijk vindt hij God terug. Tussen de puinhopen van zijn voormalige kathedraal. Als al zijn eerdere constructies, zekerheden en gedachten over God zijn verdampt. Hij vindt een God Die meer vragen oproept dan antwoorden geeft. „De hemel zal onze problemen wel oplossen.”
Ik ben erg bang voor de afbraak van onze reformatorische verworvenheden. Maar misschien moeten we er wel doorheen. Om ontdekt te worden aan onze kaartenhuisjes en om God opnieuw te vinden. Dat is beter dan met een brok in de keel heimwee naar de tijd van ds. Doornenbal te voeden of ander christelijk conservatief sentiment te koesteren. Hoezeer dit ook aansluit bij mijn hervormde vlees. „Zie, dat Ik gebouwd heb, breek Ik af, en dat Ik geplant heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse land. En zoudt gij u grote dingen zoeken?” (Jeremia 45)
De jongere generatie heeft niet de taak een nieuwe kathedraal te bouwen of nostalgisch om te zien. Zij moet haar ziel redden. Haar ziel behoeden als het enige wat zij als buit kan wegdragen uit een brandend huis. De woonwagen komt meer met het christelijk geloof overeen dan de kathedraal.
Als we niet krampachtig blijven treuren in de bressen die worden geslagen in onze bevoorrechte positie uit een rijk verleden, kan geestelijke winst worden geboren. Het verleden is een ander land. Wij komen daar niet meer binnen. Bovendien, als de Schepper Zelf Zijn werk afbreekt, mogen wij dan jammeren om de afbraak van ons werk?
De auteur is beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl