Nederlandse melk op tafel
Nederlandse melk op tafel: wie wil dat niet? In plaats van zuivel uit Duitsland, Polen of Italië. Gewoon uit sympathie voor de Nederlandse boer. Maar hoe achterhaal je in de supermarkt waar de melk vandaan komt?
Wat er ook allemaal op een melkpak staat, in elk geval vrijwel nooit iets over de herkomst van de inhoud. Huismerken van diverse supermarkten als C1000 en Jumbo vermelden er niets over. En ook supermarkten in het goedkopere segment als ALDI en Lidl geven daarover niets prijs op de verpakking van hun huismerk. Tijd voor een belrondje.
Jumbo is een grote jongen in supermarktland. In oktober 2009 wordt bekend dat Jumbo collega Super de Boer overneemt. Nog wekelijks openen diverse gele boodschappenhallen hun deuren. Op het melkpak van het huismerk is geen informatie over de herkomst van de inhoud te vinden. De pr-afdeling weet meer. Op dít moment komt de verse melk onder het huismerk Jumbo en de die onder Euromerk uit Nederland. Opvallend is dat de supermarkt nogal specifiek een tijdsaanduiding geeft. Dat doet vermoeden dat er volgende maand, of misschien volgende week, melk uit het buitenland in het pak zou kunnen zitten. Van koe naar winkel doet de melk er gemiddeld vier tot vijf dagen over, aldus de supermarkt.
Albert Heijn, met zo’n 850 winkels de grootste supermarktketen in Nederland, laat de consument met een Hollands vlaggetje subtiel weten waar de melk vandaan komt. „De melk van ons huismerk is afkomstig van Nederlandse koeien in Nederland. We mogen geen uitspraak doen over de leverancier. Die vormt een schakel in de keten omdat die de melk afvult, maar wij verkopen het product en zijn daarom uiteindelijk verantwoordelijk. Mocht de consument een klacht hebben, dan kan hij bij Albert Heijn terecht, en niet bij de leverancier”, aldus de AH-woordvoerder.
De Duitse keten Lidl heeft volgens Wikipedia ruim 300 winkels in Nederland, ALDI ongeveer 470. Lidl is nogal gesloten over huismerk Mibona. „Wij doen geen uitspraak over de herkomst van producten, omzetcijfers en dergelijke”, zo laat de supermarkt weten.
Het broertje van Lidl, de ALDI, doet minder geheimzinnig over de herkomst van zijn zuivel onder huismerk Milsani. „De melk komt uit Nederland en Duitsland. Wij streven ernaar de weg van koe naar de supermarkt zo kort mogelijk te houden, vandaar dat in de grensstreken er ook melk uit Duitsland wordt verkocht”, zegt de ALDI-woordvoerder.
Melkan en Zuivelmeester worden onder andere verkocht bij Hoogvliet, Coop en Golff. De merken, die onder de vlag van inkooporganisatie SuperUnie worden geproduceerd, werken met de zogeheten ”zuivel-ovalen”. Daarin is een code aangebracht, het EG-erkenningsnummer. Hierin valt af te lezen uit welk land het product afkomstig is. In het algemeen is de melk drie à vier dagen onderweg, hierin speelt de dag van de week waarop de melk kan worden aan- en afgeleverd een rol, zegt SuperUnie.
„Melk van het huismerk PLUS is afkomstig van Hollandse koeien”, zegt een woordvoerder van PLUS, een keten met 270 winkels. „De weg tussen boer en supermarkt houden we zo kort mogelijk. Hierin spelen diverse factoren een rol, zoals tijdstip van ophalen, productie, distributie en aflevering. In alle gevallen pleiten wij ervoor de keten zo kort mogelijk te houden.”
„C1000-melk komt gegarandeerd van Nederlandse koeien”, aldus de woordvoerder van C1000. De supermarkt is vanaf 4 april de eerste winkel die onder het huismerk weidemelk verkoopt, met het garantiezegel van de Stichting Weidegang. De weidemelk is van koeien die van voorjaar tot najaar ten minste 120 dagen, minimaal 6 uur per dag in de Nederlandse wei lopen.
Blijft natuurlijk de vraag hoeveel melk er daadwerkelijk uit het buitenland komt. Het Productschap Zuivel heeft er geen zicht op. „Er is vrij verkeer van goederen binnen de Europese Unie. Daarom hebben wij geen gegevens van de handel in melk”, aldus het productschap.
Nederlandse melk in je glas? Bij Campina en Friesche Vlag krijgt de consument gegarandeerd melk van Nederlandse boeren. Bij de huismerken is de kans groot dat hij gewoon melk drinkt van FrieslandCampina onder de vlag van een supermarkt. Toch blijft het oppassen geblazen, zodra er iets in de zuivelindustrie verschuift of de melkprijs verandert, is het tijd om de supermarkt opnieuw te bevragen.
Campina
Zuivelbedrijf Campina lanceerde een aantal maanden geleden een reclamespotje met de tekst: „U denkt misschien dat elke melk hetzelfde is, toch wordt steeds meer melk uit het buitenland gehaald. Gelukkig komt Campinamelk gegarandeerd van onze Nederlandse koeien. (…) Honderd procent Nederlandse verse kwaliteitsmelk. Het beste in ons land proef je in Campina.” Het lijkt erop dat Campina hier aanhaakt bij een trend die bijvoorbeeld in Engeland hip is: lokale producten eerst. Enerzijds lijkt deze reclame prima: het is landgenoten gegund een goed salaris te hebben. En als je daar als consument aan bijdraagt – vooruit dan maar. Anderzijds is er kans dat het om een slimme marketingtruc gaat.
In 2008 koopt Campina zuivelconcurrent Friesland Foods, bekend van het merk Friesche Vlag. Omdat het nieuwe FrieslandCampina te groot wordt, moet het de zuivelfabriek in Nijkerk verkopen aan het Deense zuivelbedrijf Arla. Tien jaar lang mag Arla het merk Friesche Vlag voeren; tot die tijd is FrieslandCampina ook verplicht de benodigde melk te leveren.
De melk die in de pakken van Campina belandt, komt van een van de 300 Nederlandse boeren waarmee FrieslandCampina een speciaal contract heeft. Zij leveren de exclusieve Campinamelk. De andere boeren, zoals Van Bennekom (elders op deze pagina), leveren melk aan FrieslandCampina. Twee derde daarvan wordt geëxporteerd.
Vakbond
De Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) maakt zich geen grote zorgen over buitenlandse melk, maar is beducht voor een nieuwe ontwikkeling. Hans Geurts, voorzitter van de vakbond: „De kans is aanwezig dat melkstromen veel internationaler worden. Toen Friesland Foods ging fuseren met Campina moest een deel verkocht worden aan het Deense bedrijf Arla. Nu dat een ingang heeft in de Nederlandse markt is het niet onmogelijk dat het ook Deense melk gaat verwerken in de producten die in Nederland in de schappen liggen.”
Geurts signaleert een trend bij supermarkten. „Steeds meer supermarkten willen hun huismerk profileren: dat betekent een anonieme melkstroom. Op die manier kunnen ze hard onderhandelen met de melkleverancier.
De prijs van de Nederlandse melk ligt op dit moment niet lager dan die in het buitenland, dus de uitwisseling is minimaal. Zolang er krapte is op de zuivelmarkt kan de leverancier de rug recht houden, bij een overschot wordt de melkveehouder uiteindelijk benadeeld door lage melkprijzen.”
Geurts hecht ook om een andere reden aan Nederlandse zuivel: „Persoonlijk vind ik dat we alleen al vanwege het aspect duurzaamheid daar moeten consumeren waar een product geproduceerd wordt. Het is onnodig dat Duitse melk naar Nederland gereden wordt en Nederlandse melk vervolgens richting Duitsland gaat.”