Volgens de premier wordt er nogal wat van de rest van Europa gevraagd. „Er ligt een zwaar pakket.” Om extra geld te ontvangen van de Europese landen en van het IMF zal Griekenland vergaande bezuinigingen moeten doorvoeren. „Dat is geen gemakkelijk werk, geen eenvoudige zaak, maar zal wel moeten”, aldus Rutte.

De Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker, tevens voorzitter van de eurogroep, zei voor aanvang dat „er geen plan B is voor Griekenland”. De Belgische premier Yves Leterme kwam met dezelfde boodschap.

Rutte zei dat Nederland gesprekken voert met financiële instellingen, waaronder banken. Hij onderstreepte het belang dat de private sector meedoet bij het reddingsplan voor Griekenland, omdat dat land anders helemaal afhankelijk wordt van staatssteun. Rutte wilde geen nadere details geven over met welke banken er wordt gesproken, noch over welke bijdrage zij op tafel zouden kunnen leggen.

Griekenland kreeg vorig jaar een noodlening van 110 miljard euro toegezegd van EU en IMF. Dat bedrag wordt in etappes uitbetaald. Een besluit over het volgende deel van 12 miljard valt naar verwachting op 3 juli, als de ministers van Financiën van de eurozone bijeenkomen. Dan wordt ook gepraat over een extra lening aan Athene van naar verluidt zo’n 80 miljard. Daarvan zou de private sector circa 25 miljard moeten bijdragen.

Op de EU-top zullen geen concrete besluiten vallen over Griekenland. Mogelijk komen de EU-leiders wel met een verklaring over het onderwerp.

De Griekse premier George Papandreou zei dat Griekenland alle gevraagde hervormingen zal doorvoeren als de EU-leiders de wil tonen zijn land te helpen de crisis te overwinnen.