Hamas pragmatisch genoeg voor een bestand
De Palestijnse beweging Hamas, acroniem van de Islamitische Verzetsbeweging, staat onder zware internationale druk om een bestand te accepteren. Na al-Fatah is Hamas de sterkste georganiseerde groep onder de Palestijnen. Hoeveel leden Hamas telt is niet bekend, maar de groep krijgt tienduizenden mensen de straat op en is vooral sterk vertegenwoordigd in de verarmde Gazastrook.
Hamas begon in 1987 na het begin van de eerste Palestijnse intifada (opstand) als een liefdadigheidsorganisatie die zich onder meer met sociale zorg en onderwijs bezighield. Tot de oprichters behoren sjeik Ahmed Yassin, een aan een rolstoel gekluisterde en bijna blinde leraar islamitisch recht, en Abdul Aziz al-Rantissi. De laatste probeerde het Israëlische leger vorige week nog tevergeefs te liquideren.
Naast de politieke beweging van Hamas is er ook een militaire vleugel, de Izz al-Din al-Qassam Brigade. Deze tak is verantwoordelijk voor de vele bloedige aanslagen op Israëlische militairen en burgers, zowel in Israël als de bezette gebieden. Sjeik Yassin wordt nog steeds gezien als geestelijk leider van Hamas, terwijl al-Rantissi de politieke vleugel zou leiden. Mohammed Deif staat aan het hoofd van de Izz al-Din al-Qassam Brigade.
De populariteit van Hamas zakte gestaag na de Oslo-Akkoorden, die door Hamas niet werden erkend. Nadat Israël eind 1995 een bommenmaker van Hamas had uitgeschakeld, volgde een serie zelfmoordaanslagen op Israëlische bussen. Deze tactiek leidde in Israël tot een verrechtsing en in 1996 tot een verkiezingsoverwinning van Likud onder leiding van Benjamin Netanyahu.
Intussen pakte de Palestijnse Autoriteit Hamas hard aan. Een groot deel van de beweging verdween in de gevangenis. Maar de verslechtering van de relatie tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit na de komst van premier Netanyahu (een fel tegenstander van Oslo) veranderde de situatie. De activisten van Hamas kwamen weer op vrije voeten en de aanslagen tegen Israël werden voortgezet. De acties van Hamas hebben honderden Israëli’s het leven gekost.
Hamas’ populariteit groeide in de jaren hierna onder meer wegens haar verzet tegen de enorme corruptie die heerste binnen de Palestijnse Autoriteit. Maar ook het sociale werk zoals het opzetten van scholen en ziekenhuizen vergrootte haar aanzien. Bovendien raakte ’Oslo’ volledig in het slop en leek een Palestijnse staat maar niet naderbij te komen.
Hamas streeft in eerste instantie naar de vorming van een Palestijnse staat in de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Maar de Islamitische Verzetsbeweging weigert Israël te erkennen. Uiteindelijk wil ze heel Palestina terug veroveren, maar als Israël akkoord gaat met een Palestijnse staat moeten „volgende generaties” maar zien of zij hiervoor strijd willen voeren.
Al eerder stond Hamas op het punt een staakt-het-vuren aan te gaan. Dat het niet zo ver kwam was toen het gevolg van de Israëlische liquidatiepolitiek. Zo lag vorig jaar juli een bestand binnen handbereik, maar gooide Israël een bom op het huis van Salah Shehadah, de toenmalige leider van de Izz al-Din al-Qassam Brigade, in Gaza-stad. Naast Shehadah kwamen nog veertien mensen om het leven bij deze actie.
Hamas is, zoals in het verleden al bleek, pragmatisch genoeg om een bestand aan te gaan, maar dan moeten daar wel concessies van Israël tegenover staan. Bovendien is nog steeds de overgrote meerderheid van de Palestijnse bevolking voor een tweestatenoplossing. Voortdurend verzet hiertegen zou de partij kunnen marginaliseren.