Ex-Dutchbatter krijgt Defensie op de knieën
APELDOORN – Op twee fronten voerde ex-Dutchbatmilitair Dave Maat strijd met zijn oude werkgever, het ministerie van Defensie. De afloop blijft onzeker, maar er gloort hoop.
In Srebrenica graven nabestaanden al jaren naar de lichamen van hun dierbaren die omkwamen toen troepen van de Servische generaal Radko Mladic de VN-enclave in 1995 onder de voet liepen. Sommigen beroofden zichzelf in wanhoop van het leven. Anderen stierven door uitputting en voedseltekort.
Als pionier-verkenner maakte Maat de verschrikkingen van dichtbij mee. Zodoende wist hij ook dat diverse van zijn collega’s in 1995 aan het werk werden gezet om de slachtoffers in Srebrenica te begraven. Een lugubere opdracht, waarover destijds volgens de regels proces-verbaal is opgemaakt.
Die processen-verbaal, bedacht Maat, zijn goud voor de gravende nabestaanden, omdat de coördinaten van de graven er zeer waarschijnlijk vrij nauwkeurig in staan beschreven. In 2009 ontmoette hij de zoekende vrouwen van Srebrenica tijdens een herdenkingsbijeenkomst in het Nederlandse kamp Westerbork.
Sinds die tijd levert hij een verbeten juridische strijd met het ministerie van Defensie: op zoek naar alle relevante documenten waarin de vindplaats van de graven beschreven staat. Helemaal kansloos lijkt hij sinds maandag niet meer te zijn. Na een indringende reportage van het tv-programma Nieuwsuur, maandag, toonde verantwoordelijk minister Hillen zich behulpzaam. De volledige stukken krijgt Maat niet te zien, omdat dat de privacy van de betrokken militairen kan schenden. Wel wordt de stapel papier gescreend om, zoals Hillen zegt, „te zien of er iets tussen zit.”
Eerder daagde Maat zijn ex-werkgever voor de rechter om het ministerie verantwoordelijk te stellen voor de psychische problemen waarmee hij kampt nadat hij van de missie terugkeerde. Een juridisch oordeel in die zaak is er nog niet. Nadat de rechter in 2007 oordeelde dat Defensie zijn zorgplicht inderdaad had verzaakt, ging het departement in hoger beroep.
Toch zijn Maat en zijn collega’s die vergelijkbare processen voerden ook in die zaak niet kansloos. Integendeel, na bemiddeling van de Nationale ombudsman is er vorige zomer een speciale regeling bedacht waarop de naar schatting 2000 veteranen die net als Maat met psychische problemen kampen, een beroep zouden kunnen doen. De regeling moest een eind maken aan de ingewikkelde procedures die nodig waren voor het krijgen van een schadevergoeding.
De Kamer voert de druk op Hillen op. Hij verzekerde enkele weken terug „in het kabinet” naarstig naar geld te zoeken voor het aflossen van wat hij noemde „onze nationale ereschuld.”