Commentaar: Bestrijding spijbelen niet alleen kwestie van geld
Niet naar school, dan ook geen studiefinanciering. Het klinkt zo logisch als wat. Toch blijkt het in de praktijk vaak heel anders te lopen. Een aanzienlijk deel van de mbo-leerlingen probeert van twee walletjes te eten: lekker niks doen en toch elke maand een bedrag aan studiefinanciering ontvangen.
Minister Van Bijsterveldt van Onderwijs wil er een stokje voor steken dat studiefinanciering misbruikt wordt door spijbelaars. De subsidie op studie mag geen hang-op-de-bankpremie worden. Dus wie niet leert, krijgt ook niks uitgekeerd. Een proef in Rotterdam moet uitwijzen of deze aanpak het spijbelen werkelijk terugdringt.
Het probleem van gesubsidieerd schoolverzuim speelt met name bij mbo’ers van achttien jaar en ouder. Het blijkt dat in de Maasstad jaarlijks 2500 jongeren voortijdig de school verlaten zonder diploma. Spijbelen is vaak een voorbode van een definitief vertrek.
Duidelijk is dat juist deze jongeren een grote kans hebben tussen wal en schip te raken. Zonder diploma komen ze niet ver in deze maatschappij. Mogelijk dat ze de eerste jaren nog wel een baan vinden, omdat ze als goedkope arbeidskrachten goed liggen bij bedrijven die laag gekwalificeerde werknemers nodig hebben. Maar zodra ze goed twintig zijn, vallen ze buiten de boot. Met alle gevolgen van dien. Velen zijn langdurig werkloos en proberen vanaf hun 23e een uitkering te krijgen. Een deel weet aanvullend inkomen te verwerven door de toevlucht te nemen tot de criminaliteit. Alle reden voor de overheid om te proberen de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten.
Bestrijding van ongeoorloofd schoolverzuim verdient dus veel aandacht. Door de jongeren in de portemonnee te pakken, hoopt de minister bijna-volwassenen op andere gedachten te brengen. In veel gevallen is een dergelijke methode heel doeltreffend. Wie dagelijks in een lege portemonnee kijkt, zoekt naar inkomen.
Toch is dat maar een deel van de oplossing. De proef in de Rotterdam kan slagen als de overheid ook de voorlichting over de inhoud van de studie en vooral over de arbeidsperspectieven na de opleiding verbetert. Dat geldt voor elke studie, maar zeker ook voor mbo-leerlingen. Zij zijn heel praktisch ingesteld en vragen, nog meer dan hbo-studenten, naar het praktisch nut van hetgeen ze moeten leren. Daarom zal hen dat aan het begin van hun studie en tijdens hun opleiding goed onder de aandacht moeten worden gebracht. Als zij heel concreet zien wat de mogelijkheden zijn als ze het diploma op zak hebben, kan dat een belangrijke impuls zijn voor hun motivatie.
Het derde en misschien wel belangrijkste middel in de strijd tegen spijbelen en voortijdig schoolverlaten is een actieve rol van de ouders. Weliswaar worden jongeren met hun achttiende voor de wet volwassen, maar dat wil niet zeggen dat zij altijd de consequenties kunnen overzien van hun doen en laten. De verantwoordelijkheid van ouders houdt daarom niet op bij de achttiende verjaardag van zoon of dochter. Het stimulerend en zo nodig corrigerend meeleven van ouders is essentieel voor de toekomstperspectieven van jongeren.