De beenderen van de wereldberoemde theoloog Thomas a Kempis (1379/80-1471) liggen in een schrijn in de Onze Lieve Vrouwebasiliek in Zwolle. Uit de eerste resultaten van een onderzoek door een fysisch antropoloog blijkt dat de schedel te zwaar beschadigd is om een reconstructie mogelijk te maken.

De schrijn is in het geheim met toestemming van de vicaris geopend en de beenderen zijn door archeologen bekeken. Alles beneden de neuswortel bleek echter verdwenen. Conservator van het Stedelijk Museum Zwolle Marjan Brouwer bevestigde deze bevindingen. In het najaar houden museum de Fundatie, het Stedelijk Museum in Zwolle en het Historisch Centrum Overijssel gezamenlijk een grote tentoonstelling over de theoloog. De reconstructie van het gezicht had daar onderdeel van moeten worden.

Schilderijen waarop A Kempis staat afgebeeld, zijn er wel, maar stammen niet uit zijn tijd en zijn dus onvoldoende betrouwbaar, stelde Brouwer in een openbare lezing. Thomas a Kempis (1379/80-1471) verwierf vooral wereldfaam met zijn werk Over de Navolging van Christus, een van de meest gelezen boeken ter wereld. Hij bracht de laatste tientallen jaren van zijn leven door in en rond Zwolle. Zijn beenderen zijn in 1672 opgegraven en in processie naar een kerk in de stad gedragen.

Het eindrapport van nader onderzoek van de fysisch antropoloog is nog niet beschikbaar. Volgens een woordvoerder van de stichting Thomas a Kempis zou onder meer blijken dat de theoloog aan artrose leed.