Nieuw medicijn tegen hodgkinlymfoom werkt verrassend goed
Een nieuw middel tegen hodgkinlymfoom, een kwaadaardige aandoening van witte bloedcellen, slaat bij patiënten zeer goed aan. Het medicijn zit echter nog in de onderzoeksfase. Toch stelt de fabrikant het al beschikbaar voor een selecte groep.
De manier waarop de behandeling de kanker bestrijdt is niet nieuw: een antistof gekoppeld aan een giftig stofje. De bedoeling is dat de antistof zich bindt aan een eiwit (CD30) op de kankercel, waarna het gif de cel kan binnendringen en deze doodgaat. Deze aanpak bestaat al langer, ook voor hodgkinlymfoom. Echter pas toen het chemotherapeuticum auristatin aan de antistof werd gekoppeld, leidde dit tot celdood.
„Dat maakt dit medicijn toch redelijk uniek”, stelt hematoloog dr. John Raemaekers, werkzaam in het Universitair Medisch Centrum St Radboud (UMCN) te Nijmegen. Hij is gespecialiseerd in de behandeling van lymfomen.
Het hodgkinmedicijn, Brentuximab vedotin, verraste Amerikaanse onderzoekers al toen tijdens een eerste studie bleek dat het bij patiënten goed aansloeg. Dit onderzoek was nog slechts bedoeld om een veilige dosering te bepalen.
De opmerkelijke resultaten werden vorig jaar gepubliceerd in The New England Journal of Medicine. Onmiddellijk volgde een tweede wereldwijde studie met 102 patiënten, bij wie de kanker was teruggekeerd na de gangbare behandeling, inclusief stamceltransplantatie.
De jongste tussentijdse resultaten van dit onderzoek waren opnieuw verrassend, zo bleek vorige week tijdens het jaarlijkse congres van The American Society of Clinical Oncology in Chicago. Bij 75 procent van de patiënten met hodgkinlymfoom nam de tumorgrootte sterk af, bij 34 procent verdween deze zelfs helemaal. Ook bij 58 patiënten met zogeheten CD30-positief T-cel grootcellig anaplastisch non-hodgkinlymfoom (CD30-positief-ALCL), een zeer zeldzame aandoening, waren de resultaten bemoedigend. Bij 86 procent van hen slonk de tumor aanzienlijk, bij 53 procent was er sprake van een totale remissie: er werden geen kwaadaardige cellen meer gevonden. Nieuwe studies worden inmiddels opgezet.
Hoe lang het positieve resultaat aanhoudt, weet nog niemand, aldus Raemaekers. „Als de ziekte na twee tot drie jaar niet terugkeert, is de kans groot dat de patiënten voorgoed zijn genezen. Dat is onze ervaring met de gangbare behandelingen. De huidige studies met Brentuximab vedotin voor hodgkinlymfoom beslaan nog slechts ongeveer twintig maanden, voor CD30-ALCL een jaar. Wat het op de lange termijn doet, is dus nog onbekend. Ik denk niet dat dit een wondermiddel is. Wel is het fijn dat we er een nieuwe behandeloptie bij krijgen.”
Het succes heeft een keerzijde. Er is, zoals bij veel chemotherapeutica, sprake van aanzienlijke bijwerkingen. Bijna de helft (47 procent) van de patiënten had last van beschadiging van zenuwbanen in armen en benen (perifere neuropathie), met als gevolg pijn en verminderd gevoel in handen en voeten. Bijna even hoog scoorden vermoeidheid en misselijkheid. Bij ruim een derde was er sprake van luchtweginfecties en diarree.
Raemaekers legt uit hoe die bijwerkingen ontstaan: „Het eiwit CD30 komt niet alleen voor op de kankercellen, maar ook op gezonde lymfocyten die betrokken zijn bij de lichaamsafweer, zoals bepaalde B- en T-cellen. Als de kankercellen afsterven, komt de gifstof bovendien in bescheiden hoeveelheden vrij in het lichaam. En de uiteinden van de zenuwbanen zijn gevoelig voor auristatin.”
Patiënten krijgen Brentuximab vedotin één keer per drie weken per infuus toegediend, meestal in drie cycli van drie kuren. Er zijn inmiddels ook patiënten die meer kuren hebben gekregen. Raemaekers: „Niemand weet nog hoeveel en hoelang het middel moet worden gegeven voor het behalen van een optimaal resultaat en wat er gebeurt als je te lang doorgaat. Dat moet nog uitgezocht worden.”
Eerste teken dat het middel aanslaat, is vaak het verdwijnen van bepaalde symptomen van hodgkinlymfoom, zoals koorts en sterk nachtzweten, weet de Nijmeegse hematoloog. „Dat kan al een paar weken na de start van de behandeling.”
De huidige behandeling van hodgkinlymfoom met chemotherapie, meestal in combinatie met bestraling, is overigens succesvol: ruim 90 procent van de patiënten in stadium 1 en 2 geneest en meer dan 75 procent in stadium 3 en 4. Wat voegt dit nieuwe middel dan nog toe?
Raemaekers: „Het gaat vooral om de groep die onvoldoende baat heeft bij de gangbare therapie of bij wie de tumor na een eerdere goede reactie is teruggekeerd. Zij krijgen dan een tweede chemokuur met een ander middel in hoge dosering. Omdat bloedstamcellen in het beenmerg, waar de bloedcellen worden aangemaakt, door zo’n kuur worden vernietigd, doen we dit in combinatie met stamceltransplantatie met eigen beenmergcellen die na de kuur worden teruggeplaatst. Deze aanpak is effectief bij ongeveer de helft van deze groep. Bij de rest keert de ziekte na verloop van tijd toch weer terug. Voor hen is deze nieuwe behandeling op dit moment bedoeld.”
Zodra het verrassende nieuws over Brentuximab vorig jaar bekend werd, ontstond eeen grote vraag naar het nieuwe middel. Echter, alleen patiënten bij wie na stamceltransplantatie de ziekte terugkeert, komen in aanmerking voor behandeling. Zij krijgen het middel nu gratis, op aanvraag van hun behandelaar. Het gaat in Nederland nu om zo’n zeven patiënten: vier in Nijmegen en waarschijnlijk drie in andere universitaire centra, aldus Raemaekers.
Voor patiënten met CD30-positief-ALCL geldt alleen de voorwaarde dat de ziekte na de gebruikelijke behandelingen is teruggekomen.
Aanvankelijk mochten ook patiënten aan de studies meedoen bij wie geen enkele behandeling aansloeg. Producent Seattle Genetics en het biofarmaceutische bedrijf Millennium Takeda, dat het middel heeft overgenomen in zijn portefeuille, hebben de toelatingseisen echter recent verscherpt. Raemaekers: „Dat is een ethisch dilemma. Het gaat gelukkig om minder dan 5 procent op een totaal van 350 tot 400 patiënten per jaar in Nederland. Het is begrijpelijk dat juist deze mensen denken: Is dit nieuwe middel niets voor mij? Toch krijgen zij het niet. De farmaceuten zijn beducht voor wildgroei in de studiepopulatie en ook voor onverwachte bijwerkingen en een teleurstellend behandeleffect. Dat schaadt de reputatie van het medicijn. Maar de hulpvraag is er wel. We onderhandelen nog met de fabrikant over bepaalde individuele patiënten.”