Revolutieleer nekt onverdoofde rituele slacht
DEN HAAG – Verlichtingsfundamentalisme, precies waar mr. G. Groen van Prinsterer in ”Ongeloof en Revolutie” al in 1847 voor waarschuwde.
Dat bespeurde CDA-Kamerlid Ormel donderdag na afloop van de hoorzitting in de Kamer over onverdoofd ritueel slachten bij de partijen die dat religieuze gebruik willen verbieden.
Het rondetafelgesprek vond uitgerekend plaats in de zaal die naar Groen was vernoemd. In ”Ongeloof en Revolutie” waarschuwde hij er al voor dat gelovigen van atheïsten geen mededogen kunnen verwachten. „De Revolutieleer ijvert om het geloof te vernietigen.”
Verdraagzaamheid mag daarvan niet worden verwacht. „Het verdraagt alleen een geloof dat zwijgt en buigt en zich aan de vormen en voorschriften van het ongeloof onderwerpt. (…) Geen enkele stellige godsdienst zal worden getolereerd tegenover de eisen van de revolutionaire deugd.”
Dat een seculiere Kamermeerderheid de uitzonderingspositie voor rituele slacht wil schrappen, volgt uit een door Groen al omschreven „regel van de revolutionaire staat.” Die „wil eerbiediging van zijn eigen voorschriften van politiek en moraliteit en verbant elke godsdienst die niet buigt voor deze afgod.”
Groen schreef verder dat het „levensbeginsel van de Revolutie is het terzijdestellen van de (…) geschiedenis.” Precies dat werd donderdag door Joden scherp gehekeld. „Het totale gebrek aan besef van de historie van de Joden in Nederland en de klaarblijkelijke onmogelijkheid u daarin te verdiepen, raken ons diep, zeer diep”, zei A. T. Eisenmann van de Joodse gemeente te Amsterdam.
Ormel wees donderdag ook op het stellige beroep dat de voorstanders van een verbod op de onverdoofde slacht doen op de wetenschap. „De rede is de toetssteen van de waarheid geworden”, stelde Groen van Prinsterer al. Religieuze voorschriften, ook al zijn ze duizenden jaren oud –zoals de Joden ten aanzien van hun slachtregels graag benadrukken– moeten daaraan ondergeschikt worden gemaakt. Voortschrijdend inzicht en kennis over dierenwelzijn, stellen Thieme c.s., heeft de richtlijnen uit de Talmoed en Koran achterhaald.
Ondanks zijn sombere analyse bleef Groen in ”Ongeloof en Revolutie” overigens optimistisch: „Dat de Revolutie tot staan zal worden gebracht, is zonder twijfel.” Voor de Joden en islamieten was dáár echter donderdag nog niets van te zien.