Deelnemer cursus beginnend imkeren: Bijen zijn nuttige beestjes
Naam: Isabel de Klerk
Woonplaats: Hoedekenskerke
Cursus: beginnend imkeren
In haar jeugd ontmoette ze ooit een imker. Zijn bezigheden maakten zo veel indruk op haar dat ze besloot later zelf „iets met bijen te gaan doen.” Toen Isabel de Klerk (37) eind vorig jaar een aankondiging van een cursus beginnend imkeren zag, meldde ze zich aan. „Nogal wat imkers zijn oudere mannen. Het is belangrijk dat ook jongeren dit oppakken”, zegt de chef de bureau op een advocatenkantoor.
Begin dit jaar begonnen zo’n 25 cursisten –het merendeel vrouw– aan de opleiding bij de afdeling Noord- en Zuid-Beveland van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV). Tijdens zes theorielessen namen ze het lesboek ”Bijen houden, hoe doe je dat?” door. De Klerk stak er veel van op, „bijvoorbeeld hoe een bijenvolk in elkaar zit en zich voortplant en hoe een imker ermee om moet gaan.”
Het onderdeel theorie zit er inmiddels op, het praktijkgedeelte –in kleinere groepjes– loopt nog. De Klerk gaat daarvoor regelmatig met drie andere cursisten naar een imker in ’s-Heerenhoek die achttien bijenvolken houdt. „We krijgen elke keer een opdracht. Onlangs moesten we de zomercontrole uitvoeren. Daarvoor loop je een bijenkast door, om onder meer de algemene toestand van de diertjes te bekijken en na te gaan of er voldoende larven zijn.”
Na afloop van de tien tot twaalf praktijklessen legt De Klerk een examen af. Als ze slaagt, kan ze zelfstandig als imker aan de slag. „Het lastige is dat je deze hobby niet overal kunt uitoefenen. In de eigen achtertuin lukt het meestal niet, omdat je ruimte en rust nodig hebt rond de kast en de buren er geen overlast van mogen ondervinden. Je moet dus een geschikte locatie vinden waar een bijenvolk voldoende voedsel heeft. Veel imkers zetten een bijenstal bij een fruitteler. Die is daar blij mee, want de bestuiving door de bijen is belangrijk voor het ontstaan van de vruchten. Bijen zijn nuttige beestjes.”
De Klerk hoopt op den duur een plek te vinden waar ze zelf bijen kan houden. „Je kunt met één kast beginnen, maar het is verstandig om er twee of drie naast elkaar te zetten. Als het ene volk bijvoorbeeld onvoldoende jongen produceert, kun je het verenigen met een ander volk, zodat ze samen sterk genoeg zijn om de winter te overleven.”
De honingproductie door bijen noemt De Klerk „een mooie bijkomstigheid. Ik ben erg geïnteresseerd in de natuur. Het gaat mij er vooral om daar een bijdrage aan te leveren, ervoor te zorgen dat een bijenvolk gunstige omstandigheden heeft om te kunnen voortbestaan. Dat je daarnaast af en toe wat uit een honingraat kunt snoepen, is aangenaam. Als ik er in de toekomst jaarlijks een paar potjes honing uit haal om weg te kunnen geven, is dat mooi meegenomen.”
Dit is de eerste aflevering van een serie waarin mensen vertellen over hun deelname aan een cursus.