Dat viel donderdag in de Kamer op te maken uit de woorden van minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. In de oppositie bestaat veel weerzin tegen de dierenpolitie. Niet tegen het verschijnsel op zich, maar tegen de manier waarop het wordt ingevoerd en omdat het ten koste zou gaan van andere taken. „Een politiek vluggertje dat leidt tot niets, waarbij mensen worden aangewezen om naar een flutcursus te gaan”, aldus de SP.

Opstelten vertrouwt op de cursus en wil nog dit jaar 125 dierendienders in actie hebben. Het moeten er 500 worden. Volgens hem hoeft er niemand te worden aangewezen, er zijn genoeg vrijwillige aanmeldingen en „groot enthousiasme”.

De minister zal de kritiek over aanwijzingen en op de cursus, die de SP zegt te hebben vernomen uit politiekringen, echter ‘checken’. Hij gaat niettemin op de ingeslagen weg voort. „Ik vind het noodzakelijk.” Hij legde uit dat de dierenpolitie voltijds aan de slag gaat, maar als er geen werk voor ze is, kunnen de dierendienders gewoon ander politiewerk doen. „We zijn niet gek”.