Israëlische stafchef: Gods Naam in gebed voor gevallenen
JERUZALEM – Het gebed voor gesneuvelde Israëlische militairen moet voortaan beginnen met de woorden „Moge God Zijn zonen en dochters gedenken.”
Dat heeft de Israëlische stafchef Benny Gantz deze week bepaald, meldde het Israëlische dagblad Ha’aretz woensdag.
Het besluit van Gantz maakt een voorlopig einde aan een slepende discussie tussen religieuze en seculiere Joden. In de oorspronkelijke versie van het gebed werd de openingszin „Moge de natie van Israël zijn zonen en dochters gedenken” gebezigd.
Rabbijn Shlomo Goren, die bij de herovering van de Klaagmuur in 1967 aanwezig was, veranderde de openingszin in „Moge God de zonen en dochters van Israël gedenken.”
De bekende Israëlische nieuwslezer Amikam Gurevitch weigerde tientallen jaren lang de naam van God te gebruiken tijdens het voorlezen van het gebed op de jaarlijkse Herdenkingsdag voor gesneuvelde soldaten. Bij ceremonies op diverse militaire bases werden echter steevast, onder druk van rabbijnen en religieuze families van slachtoffers, de woorden van Goren gebruikt.
De prominente Israëlische journalist Menashe Raz had chefstaf Gantz gevraagd om de originele versie van het gebed in ere te herstellen. Volgens hem past het gebruik van de naam van de Almachtige niet bij een gebed voor gevallenen van een seculier leger. „Wat ons verenigt, zowel seculieren als religieuzen, is de plicht om de gevallen soldaten in Israëls oorlogen te herdenken. Voor mij, en velen met mij, gaat het niet aan God op te roepen tot gedenken.”
Gantz besliste echter deze week dat bij officiële ceremonies voor gesneuvelde militairen de woorden van rabbijn Shlomo Goren zullen worden gebruikt: „Moge God Zijn zonen en dochters gedenken.”