Commentaar: Studeren is prestaties leveren
Tempo maken, volhouden en afmaken. Dat eist staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs van studenten in het hbo en wo. Universiteiten spelen daarbij een cruciale rol. Zij zullen in de toekomst worden afgerekend op de resultaten van studenten.
De studierichting of universiteit die een hoog slagingspercentage heeft van studenten die binnen de gestelde tijd hun diploma halen, kan op een bonus rekenen. Daar waar dat niet lukt, zal men het met minder geld moeten doen.
Natuurlijk is er tegen deze aanpak het nodige in te brengen. Gaat het bij studeren allereerst om prestaties? Een universitaire opleiding betekent toch dat je breed wordt gevormd? Daar moet dan wel tijd en ruimte voor zijn.
Toch is het niet zo vreemd wat de staatssecretaris nu voorstelt. Jongeren die een studie beginnen, moeten leren prestaties te leveren. Ook dat is onderdeel van vorming. Bovendien, een student die wil, kan ook bij een voortvarende aanpak van zijn studie nog heel wat graantjes uit de academische voorraadschuren meepikken.
Ook mag niet uit het oog worden verloren dat de overheid veel geld steekt in het onderwijs. Ook al heeft die sector te maken gehad met bezuinigingen, Den Haag stelt nog altijd miljarden beschikbaar. Dat de overheid eist dat die zo efficiënt mogelijk worden besteed, is niet meer dan billijk. Terecht dat bewindslieden ook voortdurend kijken of subsidies niet nog doelmatiger kunnen worden gebruikt. Zeker nu de economische omstandigheden moeilijk zijn.
De staatssecretaris richt zijn pijlen op twee dingen: de bruikbaarheid van diploma’s en de studieprestaties van studenten. Op beide punten zijn ingrijpende maatregelen nodig en zal de onderwijsinspectie het toezicht verscherpen.
Van de onderwijsinstellingen verwacht hij dat ze het opleidingsprogramma voor bachelors uitbreiden, zodat studenten een brede basis krijgen waardoor ze beter inzetbaar zullen zijn als ze de arbeidsmarkt op gaan. Al te specialistische studieprogramma’s in een vroeg stadium aanbieden, is inderdaad niet verstandig. Dat beperkt mensen in hun toekomstperspectief.
Daarnaast wil Zijlstra dat studenten sneller afstuderen en er minder uitval is. Van universiteiten en hogescholen verwacht hij op dit terrein een actief beleid, dat bestaat uit betere studievoorlichting, betere colleges en betere begeleiding.
Maatregelen om het afhaken tegen te gaan, zijn geen overbodige luxe. Blijkens cijfers van de inspectie is de uitval van studenten na twee jaar binnen het hbo 22 procent en in het wo 13 procent. Verkeerde studiekeuze is hiervan de belangrijkste oorzaak.
Ook op het terrein van studietempo valt winst te boeken, al mag de kwaliteit van de opleiding daar niet onder lijden. Het inspectierapport van vorig jaar meldt dat 54 procent van de voltijdse studenten in het hbo in vijf jaar een diploma haalde. Bij het universitair onderwijs kreeg 60 procent na zes jaar een bul. Dat zijn magere cijfers. Want het betekent dat 40 procent van de subsidie voor het hbo en wo niet het gewenste resultaat oplevert. Studenten volgden een opleiding, maar maakten die niet (tijdig) af. Dat moet beter.