„Laat wanbetaler niet in moeras wegzakken”
BUSSUM – Om te voorkomen dat wanbetalers „in het moeras wegzakken”, moeten leveranciers meteen al de eerste dagen na een transactie de koper achter de broek zitten. Zo wil de incassobranche wanbetaling te lijf gaan.
De rekening voor de nieuwe wasmachine die al maanden ongeopend in de la ligt. De huur die nog steeds niet is overgemaakt. De nota voor een partij gereedschap die al een halfjaar rondslingert. Honderdduizenden Nederlanders voldoen niet (altijd) op tijd aan hun betalingsverplichtingen.
De incassobranche trekt opnieuw aan de bel over de miljarden aan niet betaalde rekeningen in Nederland. „De situatie is ronduit zorgelijk”, zegt Jet Creemers, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso-ondernemingen (NVI), waarbij zo’n driekwart van de incassobureaus in ons land is aangesloten. „Als mensen niet of niet op tijd hun rekeningen betalen, veroorzaakt dat een enorme deuk in de economie. Bedrijven die hun geld niet op tijd krijgen, kunnen op hun beurt moeilijker aan hun financiële verplichtingen voldoen.”
Het aantal wanbetalingen is de afgelopen jaren fors gestegen, schetst Creemers. Hadden de bij de NVI aangesloten incassobedrijven eind 2009 3 miljoen wanbetalingsdossiers in portefeuille, eind 2010 is dat gestegen tot 3,6 miljoen. Het bedrag dat ermee gemoeid is, steeg van 4,6 miljard eind 2009 tot ruim 6 miljard eind 2010.
De eerste maanden van dit jaar lijken iets positiever uit te pakken. „Het aantal dossiers daalt iets, al is het totaalbedrag aan wanbetalingen wel gestegen.” Creemers houdt nadrukkelijk een slag om de arm. „Eén zwaluw maakt nog geen zomer.”
Slordigheid is steeds vaker de oorzaak van wanbetalingsgedrag, signaleert Creemers. Een betalingstermijn van dertig dagen is haar daarbij een doorn in het oog. „Dat is een lange periode. Veel mensen denken na aankoop van een product: Het kan nog wel even wachten. Ze kopen nog een nieuw bankstel, en zijn hun vorige aankoop weer vergeten. Ik ga ervan uit dat de allergrootste groep wanbetalers niet bewust weigert te betalen.”
Leveranciers zouden er goed aan doen hun klanten al enkele dagen na aankoop achter de broek te zitten om met geld over de brug te komen, en niet te wachten tot de betalingstermijn van dertig dagen is verstreken. „Zorg dat mensen niet in een neerwaartse spiraal komen. We moeten zo veel mogelijk voorkomen dat ze in een moeras van schulden wegzakken.” Creemers broedt op een systeem waarbij een wanbetaler, maar ook de leverancier, bij een voorgenomen transactie een seintje krijgt rond zijn schuldenpositie. „De klant gaat als het ware door een detectiepoortje. Als blijkt dat hij elders rekeningen heeft openstaan, gaat het sein op rood. Op die manier voorkom je dat iemand zich steeds dieper in de nesten werkt.”
Zorgen over nonchalance onder consumenten zijn er ook bij GGN, in Nederland een van de grootste spelers op het gebied van incasso- en deurwaardersactiviteiten. GGN voorziet in 2025 „een slechtere betalingsdiscipline”, zo meldt een recent rapport. „De oudere generatie, spaarzaam en zuinig, die een schuldgevoel had als een rekening niet op tijd werd betaald, valt weg. Hun plaats wordt ingenomen door mensen met een hedonistischer leefwijze. Zij vinden op tijd betalen minder belangrijk”, verklaart zegsvrouw Jantine van den Boom.
Dat het alleen maar slechter gaat met betalingen, is niet het beeld dat oprijst uit het GGN-rapport. Uit een meting van maart blijkt dat het betaalgedrag van de consument iets is verbeterd, na een jaar waarin klanten vaker met incassobureaus en gerechtsdeurwaarders te maken kregen. Het aantal mensen dat continu of regelmatig rood staat, daalde van 21 procent in maart 2010 tot 17 procent in maart 2011.
Meer dan nu verzuimden ruim een jaar geleden mensen hun nota’s te betalen vanwege hun beroerde financiële positie. „Een jaar geleden werd de huur minder vaak op tijd betaald. Wij denken dat dat te maken heeft met het feit dat mensen door hun reservepotjes heen waren. Op dit moment speelt nonchalance vaker een rol.”
Inwoners van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag blijven de beroerdste betalers. Eenvijfde van hen heeft betaalproblemen. Allochtonen zijn slechtere betalers. Wel maken ze „een inhaalslag.”