Andere talen
Handelingen 2:4b
„…en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.”
Zij spraken niet over gewone dingen, maar over het Woord van God en de roem van Zijn Naam, „zoals de Geest hun gaf uit te spreken”, of hun gaf te spreken, zinrijke spreuken, waardig om in het geheugen bewaard te worden.
Waarschijnlijk was het niet zo dat één persoon in staat was één taal te spreken en een andere persoon een andere taal (zoals het was met de verschillende families die te Babel verstrooid werden), maar dat iedereen verschillende talen kon spreken, als de gelegenheid er zich toe voordeed. En wij kunnen veronderstellen dat zij niet slechts zichzelf, maar ook elkaar verstonden, wat de torenbouwers van Babel niet konden, Gen. 11:7. Zij hebben niet hier en daar een woord in een andere taal gesproken, of enige afgebroken volzinnen gestameld, maar zij spraken vloeiend, in juiste bewoordingen en met sierlijke gemakkelijkheid, alsof zij hun moedertaal spraken. Want alles wat door een wonder werd voortgebracht, was van het beste in zijn soort.
Zij spraken niet als gevolg van voorafgaand nadenken of bepeinzing, maar „zoals de Geest hun gaf uit te spreken.” Hij voorzag hun van de stof en van de taal.
Matthew Henry, predikant in Engeland, (”Verklaring van het Nieuwe Testament”, 1714)