Economie

Jonge werkende snakt naar sturend gezag

DEN HAAG – Jonge werknemers zijn niet allemaal multitaskende Einsteiners. Ze bruisen van positieve energie, maar zijn kwetsbaar. Ze hebben niets met traditionele structuren, maar verlangen intussen wel naar autoriteit.

Ellen van de Beek
14 June 2011 12:31Gewijzigd op 14 November 2020 15:24
Foto ANP
Foto ANP

De grenzeloze generatie heten ze, de jongeren die tussen 1986 en 1995 zijn geboren. Ze groeiden op in een tijd en in een milieu met veel individuele vrijheden en weinig grenzen. Wat worden dat later eigenlijk voor werknemers?

Onderzoeksbureau Motivaction zocht het uit, met als resultaat het boek ”De grenzeloze generatie en de onstuitbare opkomst van de B.V. IK” van de hand van Frits Spangenberg en Martijn Lampert. Het boek is een opvolger van het vorig jaar verschenen en veelbesproken ”De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders”, van de hand van dezelfde auteurs. Vanmiddag werd het eerste exemplaar overhandigd aan SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan. Het boek is de neerslag van een langetermijnstudie van Motivaction naar de drijfveren en waarden van de jongere generatie in relatie tot de arbeidsmarkt.

Door vergrijzing en ontgroening zal die Nederlandse arbeidsmarkt binnen enkele jaren te maken krijgen met krapte. Het CBS voorspelt een tekort van 200.000 werknemers in 2020. Een omvangrijke groep jongeren dreigt buiten de boot van het arbeidsproces te vallen, omdat hun (voornamelijk lagere) opleidingsniveau niet aansluit bij de wensen van de markt. Zonder nieuwe ingrepen en een betere begeleiding telt Nederland straks bovendien 450.000 Wajongers.

In zo’n tijd, waarin bevolking en werkgevers voorzien dat de welvaart achteruitgaat, is des te belangrijker dat onderwijs en arbeid goed op elkaar aansluiten. Volgens de auteurs wordt de grenzeloze generatie over het algemeen in een te rooskleurig daglicht geplaatst. „Nog altijd verkeren veel politici en beleidsmakers in de veronderstelling dat jongeren van nu voornamelijk multitaskende Einsteiners zijn.”

Maar Lampert en Spangenberg typeren de grenzeloze jeugd in dit boek als een groep die niet zelden lijdt aan zelfoverschatting, weinig heeft met traditionele gezagsverhoudingen, maar wel in toenemende mate behoefte toont aan sturing en autoriteit, aan iemand die hun vertelt waar het heen moet.

Ze verlangen inspirerend leiderschap, duidelijke stellingnames en heldere rolverdelingen. Ze verafschuwen vaagheid en ze vragen om gezag dat zich expliciet doet gelden. Dat wordt bijvoorbeeld zichtbaar, aldus de schrijvers, in het overwegend rechtse stemgedrag dat de jongste generatie laat zien. Eerdere generaties jongeren stemden vooral progressief links.

De grenzeloze generatie heeft, vergeleken met ouderen, een sterke fascinatie voor geweld, hedonisme, exhibitionisme en sociale netwerken. De generatie is extravert, sterk gericht op het ik en op genieten, beleven en leuke dingen doen.

Jongeren van de grenzeloze generatie blijken voornamelijk uit structuurzoekers (33 procent) en zelfredzamen (47 procent) te bestaan.

De structuurzoekers vormen de kwetsbaarste groep. Ze hebben niet zo’n hoge dunk van zichzelf en zijn over het algemeen lager opgeleid. Net als de zelfredzamen hebben ook zij behoefte aan gezag, misschien nog wel meer zelfs, al uiten zij dat niet expliciet. Maar als zij een autoriteit leren kennen die aansluit bij hun waardenprofiel –de website GeenStijl bijvoorbeeld, of de winnaar van het talentenjachtprogramma ”The Voice of Holland” Ben Saunders– is hun loyaliteit aan zo iemand „verpletterend.” Helaas zijn dat juist geen wenselijke rolmodellen, aldus Lampert en Spangenberg.

De auteurs adviseren werkgevers zich te verdiepen in de drijfveren van de grenzeloze generatie. Veel jonge werknemers verwachten veel van hun werkgevers, maar die hebben vaak moeite hun narcisme te duiden. En dat is jammer, aldus de onderzoekers, want hoewel zelfoverschatting een bedreiging kan zijn voor de arbeidsmarkt, kan een optimistische jongere met een sterk zelfbeeld ook veel verwezenlijken in een bedrijf.

Bedrijven zijn nog te vaak ingericht vanuit de mentaliteit van de leidinggevenden, en niet vanuit het perspectief van jongeren. Zo’n houding kan het innovatieve en frisse denken –en ook de cowboymentaliteit die daarbij hoort– van jongeren in de kiem smoren.


Werkgevers en deskundigen over de grenzeloze generatie

Marc de Vries, ceo Hyves: „Mijn ervaring is dat jongeren graag werken in een open cultuur. Vertel wat je aan het doen bent, wie welk project leidt en hoe je vindt dat je medewerker zich ontwikkelt. Geef ze vrijheid en verantwoordelijkheid. Laat ze eigen doelen stellen en hun eigen carrière maken.”

Alex Beishuizen, hoofdredacteur Intermediair: „Ik heb net een sollicitatieronde achter de rug. Intermediair zocht een nieuwe redacteur. Er meldden zich zo’n 200 kandidaten, onder wie veel jongeren. Tekenend voor de reacties en de sollicitatiegesprekken was de enorme ambitie die eruit sprak. Ambitie die een zekere mate van zelfoverschatting verried.”

Aysel Erbudak, voorzitter RvB Slotervaartziekenhuis: „Wij hebben een heel platte organisatie. Daar moet je als werknemer natuurlijk wel tegen kunnen. Hiërarchische lagen werken ook als een veilige buffer, hier krijg je vrij snel te maken met de raad van bestuur. Jongeren vinden dat prima, die willen uitgedaagd worden en combineren vrijheid met verantwoordelijkheid.”

Piet Boekhoud, directeur Rotterdams Offensief: „Jongeren in achterstandswijken zijn niet ‘aangesloten’ op werken, ze zien het niet. Ze weten vaak ook niet wat hun ouders op het werk doen. Het is noodzakelijk om die arbeidsidentiteit te ontwikkelen. Jongeren in achterstandswijken zien zichzelf vooral als consument en stellen zich ook zo op tegenover werkgevers.”

Hans Kamps, voorzitter Jeugdzorg Nederland: „We willen dat iedereen zich goed kan redden in onze ingewikkelde maatschappij. Maar daar zitten grenzen aan. Het is fantastisch als je vmbo hebt gedaan en je een Duitse toerist in zijn eigen taal kunt uitleggen waar de Dam is. Maar de arbeidsmarkt zit gewoon te wachten op jongeren die kunnen lassen of kozijnen maken.”

Bron: ”De grenzeloze generatie en de onstuitbare opmars van de B.V. IK”, Frits Spangenberg en Martijn Lampert.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer