„Kerkverlater loopt nogal eens op tegen onbewogenheid kerk”
CAPELLE A/D IJSSEL – „Ik werd ontzettend boos toen ons kind zei dat hij het had gehad met de kerk en met God”, zei Arie de Rover zaterdag in Capelle aan den IJssel. „Hij zegde God en de kerk vaarwel en werd kerkverlater. Maar had ik, in plaats van boos worden, niet moeten doen zoals de vader in de gelijkenis van de verloren zoon?
De Rover: „Die vader liet zijn zoon vrij en gaf hem zijn erfdeel. Maar de vader blééf op de uitkijk staan. Hij zag uit naar de terugkeer van zijn zoon.”
De trainer/coach van de stichting RenoVita (vernieuwd leven) te Bleskensgraaf, deed zaterdag zijn verhaal tijdens de laatste van drie themadagen rond kerkverlating, georganiseerd door de afdeling kerkmaatschappelijk werk van De Driehoek, een organisatie voor psychosociale hulpverlening die uitgaat van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. ”Uit de kerk, uit het hart?!” luidde het thema.
„Als je kind de kerk verlaat, geeft dat een schok in het gezin”, geeft Ineke van Dongen, kerkmaatschappelijk werkster van De Driehoek aan. „De vragen stapelen zich op. Wat ging er mis in ons gezin? Hebben we als ouders gefaald? Waarom gaan onze kinderen deze weg? Kan de kerk er iets aan doen?”
Kerkverlating heeft volgens haar grote gevolgen. „De kerkverlater loopt nogal eens op tegen de schijnbare onbewogenheid van de kerk. Hij of zij hoort nooit meer iets van de kerk. Weg is weg.”
„Kerkverlating is een zeer emotioneel onderwerp”, zegt Arie de Rover uit eigen ervaring. Hij spreekt van een teer thema, omdat het raakt aan de meest wezenlijke relaties. „Kerkverlating raakt bijna altijd de ouder-kind relatie”, zegt hij, „en vanzelfsprekend ook de relatie met de kerk en vaak ook de relatie met God. Het roept om die reden bij ouders en andere achterblijvers in de kerk wisselende gevoelens op: pijn, verdriet, schuld en schaamte; maar regelmatig ook boosheid of frustratie. Vragen als: Waarom doet God niet wat Hij beloofd heeft? – ze kunnen je machteloos maken.”
Als een kind de kerk verlaat, werpt dat je terug op jezelf en op God, aldus de trainer/coach. „De kernvraag is: wie is God voor je? Hebben we met Hem een relatie? De emotionele betrokkenheid bij onze kinderen of de kerk zegt veel over de aard van onze eigen relatie met God of juist het ontbreken daarvan.” De ouder-kind relatie is volgens hem een unieke relatie in de scheppingsorde.
Verloren zoon
Op de vraag hoe ouders kunnen omgaan met een kind dat de kerk en God vaarwel zegt, neemt De Rover de gelijkenis van de verloren zoon als voorbeeld. Hij schetst het gezinstafereel van de gelijkenis: de ene zoon blijft, de andere vertrekt. Die context heeft volgens hem alles te maken met kerkverlating. „De vader verdeelt het vermogen. Geen moment van emotie – terwijl wij eerst eens even een stevig gesprek zouden aangaan?”
De oudste zoon is een toonbeeld van volgzaamheid. Daar beroept hij zich ook op als zijn jongste broer terugkomt. „En daar ligt nu juist het probleem. Kinderen die in loyaliteit aan de ouders blijven hangen, worden niet vrij. Ook niet in hun keus voor God en de kerk.”
De opvoeding moet een keer ophouden, aldus De Rover. „Kinderen moeten onafhankelijk worden. Ouders moeten ze faciliteren zich vrij te vechten. Daarin zit ook de spanning van het vrijvechten van religie en de kerk.”
Volgens De Rover willen ouders hun identiteit bevestigd zien in hun kinderen. „Daarin zoeken ze zekerheid. Maar wie zorgt er ten diepste voor zekerheid? Kunnen we alles overlaten aan de genade van God?”
De trainer/coach maakt zich zorgen over al die jongeren die nog nooit in de kerk zijn geweest. En hij heeft zorg om al die jongeren die blijven. „Het hart van God klopt in de opvoeding, ook als het niet gaat zoals je graag zou willen. Jezus liet alles achter om ons van achter de varkens vandaan te halen. Vader staat op de uitkijk. Als kerkverlater ben je altijd weer bij Hem welkom.”
Zaterdagmiddag werd in een drietal workshops dieper ingegaan op het thema.