Val Syrische regime zal ernstige gevolgen hebben
Als het regime van president Assad in Syrië valt, heeft dat ernstige consequenties voor het land. De meeste Syriërs willen dan ook dat het regime blijft, schrijft Martin Janssen.
Toen Bashar al-Assad in juni 2000 zijn overleden vader opvolgde als president van Syrië, leek er voor het land een nieuwe, veelbelovende periode aan te breken. De jonge Bashar was opgegroeid in een kosmopolitisch milieu en tijdens zijn inauguratietoespraak beloofde hij drastische hervormingen te zullen doorvoeren. Inderdaad zag de bevolking de daaropvolgende jaren een ongekende politieke openheid en intellectuele vrijheid.
In het najaar van 2002 kwam hieraan echter plotseling een einde. De reden hiervoor dient vooral gezocht te worden in de dreigende donderwolken die zich boven het land leken samen te pakken. Het werd steeds duidelijker dat de Verenigde Staten Irak militair zouden aanvallen en dat ze hierbij ook Syrië in het vizier hadden. Bepaald geen situatie die zich leent voor diepgaande hervormingen. Het Syrische regime sloot zijn gelederen en zette zich schrap.
Na de Amerikaanse inval in Irak kregen de Syriërs hiervoor de rekening gepresenteerd in de vorm van miljoenen Iraakse vluchtelingen. Dit vormde een enorme last op bijvoorbeeld de woningmarkt en dreef vooral in steden de prijzen voor huurwoningen op tot fabelachtige hoogtes, zodat een normale Syrische arbeider hier nauwelijks nog in staat is een eenvoudig appartement te huren, laat staan te kopen. Voor steeds meer jongeren werd het bovendien onmogelijk om te trouwen, aangezien zij vinden dat een man zijn toekomstige bruid op zijn minst een woning moet aanbieden.
In 2003 werden de Irakezen op hardhandige wijze door de VS aan hun democratie geholpen, ook al hadden ze daar feitelijk nooit om gevraagd. De westerse coalitie, die onder leiding van de VS in 2003 het regime van Saddam ten val bracht, bleek achteraf volkomen op het verkeerde been te zijn gezet door de zogenaamde Iraakse oppositie in ballingschap. Die had het Westen ervan verzekerd dat de Iraakse bevolking hen zou verwelkomen met rozen in de handen.
Die rozen bleken echter kalasjnikovs te zijn, want de Irakezen zagen de Amerikanen niet als bevrijders maar als bezetters. De Iraakse oppositie in het Westen wist dit ook wel, maar ze had de superieure westerse militaire macht nodig om het Iraakse regime ten val te brengen om vervolgens haar eigen, geheime politieke agenda te kunnen verwezelijken.
Het westerse ingrijpen stortte de Iraakse bevolking in ongekende ellende, maar de Iraakse oppositie in ballingschap keerde zegevierend terug naar het land om hier alle topfuncties voor zichzelf te reserveren. Om vervolgens een proces van zelfverrijking te beginnen door op de meest gewetenloze wijze de Iraakse schatkist leeg te plunderen, waaruit sinds 2003 op onverklaarbare wijze zo’n 250 miljard dollar is verdwenen.
Op dit moment is het de Syrische oppositie in westerse ballingschap die claimt namens het Syrische volk te spreken. Alle leden van deze oppositie portretteren zichzelf als mensenrechtenactivisten, maar niemand neemt de moeite om hun antecedenten te controleren. Zijn zij inderdaad wie zij voorgeven te zijn?
De afgelopen dagen heeft deze oppositie in ballingschap een conferentie gehouden in het Turkse Antalya, terwijl een gedeelte van de Syrische oppositie in Syrië zélf niet welkom bleek te zijn, omdat deze een nationale dialoog voorstaat die moet helpen de door de nieuwe Syrische regering beloofde hervormingen door te voeren.
De Syrische oppositie in het Westen echter is totaal niet geïnteresseerd in hervormingen en wil uitsluitend het Syrische regime ten val brengen. Zij verkeert hierbij in een sterke positie, omdat ze de internationale gemeenschap aan haar zijde vindt, die Syrië straft met economische sancties.
Veel Syriërs zijn moe van alle buitenlandse bemoeienis. Een grote meerderheid wenst dat de hervormingen worden doorgevoerd die de Syrische regering heeft aangekondigd. Het bewaren van de eenheid in het land is daarbij voor hen een topprioriteit, vooral in het licht van de zorgwekkende regionale constellatie.
In buurland Irak wordt gevreesd dat het terugtrekken van de Amerikaanse troepen zal leiden tot het opnieuw oplaaien van het sektarisch geweld, waarbij het uiteenvallen van Irak in drie staatjes niet uitgesloten kan worden. In buurland Libanon, dat reeds vier maanden zonder regering zit, wacht iedereen met angst en beven de uitspraak van het internationale Hariritribunaal af, dat de potentie heeft de binnenlandse situatie in het altijd instabiele land tot ontploffing te brengen.
In deze situatie is het Syrische regime nog de enige stabiliserende factor. Een meerderheid van de Syriërs geeft dan ook verreweg de voorkeur aan behoud van dit regime in een hervormd jasje boven een sprong in het duister. Daarbij is de Syrische oppositie in het Westen net zo weinig representatief als haar Iraakse equivalent tien jaar geleden.
De auteur is arabist en correspondent voor deze krant in Damascus.