Dat bleek vrijdag uit de nieuwe begroting van de Griekse regering.

Naast de eerder aangekondigde verzelfstandiging van onder meer de nationale spoorweg- en gokbedrijven, gaat nu ook het belang van 35,5 procent in olieconcern Hellenic Petroleum in de verkoop. Daarnaast wil de overheid nu meer dan de helft, in plaats van een derde, van haar aandeel in het gasbedrijf Depa van de hand doen. Ook het gasdistributiebedrijf en een gasveld worden verkocht.

De verkoop van staatseigendommen moet Griekenland uiteindelijk ongeveer 50 miljard euro opleveren. Dat bedrag moet van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) worden aangewend om de overheidsfinanciën te verbeteren.

De regering gaat ook dieper in de uitgaven snijden en meer belastingen verhogen dan eerder aangekondigd. Zo verliezen in de komende twee jaar 150.000 ambtenaren hun baan en moet er een extra belasting komen voor Grieken met een inkomen van meer dan 12.000 euro per jaar.

De plannen van de regering stuiten op veel verzet onder de Griekse bevolking en in het parlement. Premier George Papandreou is zelfs niet zeker van de volledige steun van zijn eigen partij, die met 156 van de in totaal 300 zetels een kleine meerderheid heeft in het parlement.

De premier hield de politici vrijdag echter voor dat het land geen keus heeft. „Het medicijn is niet plezierig en de behandeling vergt toewijding. Geen enkele premier van geen enkel land wil andere landen om geld vragen en zeker ik niet. Maar ik doe het voor Griekenland.” De EU eist brede steun voor de ingrijpende bezuinigingen voordat er extra geld voor Griekenland wordt vrijgemaakt. De grootste oppositiepartij heeft echter al aangekondigd tegen de plannen te stemmen.