Opinie

Leegloop platteland tegengaan vraagt zorgvuldig beleid

Op het platteland doen zich verschillende ongewenste ontwikkelingen voor. Zo is er sprake van verrommeling door leegstand en verwaarlozing van gebouwen enerzijds, en het starten van allerlei activiteiten, soms met een semi-industrieel karakter, met de bijbehorende ontsierende bebouwing in het buitengebied anderzijds. In sommige regio’s, vooral aan de randen van Nederland, treedt leegloop op. Die zal door vergrijzing en inkrimping van de bevolking naar verwachting sterker worden. Mede onder invloed van deze ontwikkelingen loopt het voorzieningenniveau op het platteland terug. Voor een deel wordt dit veroorzaakt door schaalvergroting in het bedrijfsleven, wat bijvoorbeeld leidt tot het sluiten van dorpswinkels en bankfilialen. Ook collectieve voorzieningen, zoals dorpshuizen, komen onder druk te staan, en dat zal erger worden naarmate gemeenten meer moeten bezuinigen.

Cees van Bruchem
9 June 2011 18:56Gewijzigd op 14 November 2020 15:21
Foto ANP
Foto ANP

Bij het zoeken naar een oplossing voor deze plattelandsproblemen wordt nogal eens gekeken naar de landbouw. De gedachte is dat als agrarische bedrijven maar meer ruimte krijgen, de economische activiteiten op het platteland zullen toenemen. Daar zit een kern van waarheid in, maar het is een illusie dat op die manier de problemen kunnen worden opgelost. Als er ergens een paar duizend varkens bij komen, komt daardoor echt de dorpswinkel of de pinautomaat niet terug.

De betekenis van de land- en tuinbouw voor de economie wordt vaak overschat. Het aandeel van deze sector in de nationale werkgelegenheid is inmiddels teruggelopen tot minder dan 3 procent. Als je alles wat maar enigszins met landbouw en voedselproductie samenhangt meeneemt, kom je op 10 procent, maar daar zit bijvoorbeeld ook de verwerking van sojabonen voor de margarine-industrie in.

In plattelandsgebieden is het aandeel van de land- en tuinbouw uiteraard hoger. In 2005 nam deze sector in die gebieden gemiddeld een ongeveer een kwart van de werkgelegenheid voor zijn rekening. Ik vermoed dat het tegenwoordig rond de 20 procent ligt, al zijn er ongetwijfeld gemeenten waar het percentage hoger is. Nog steeds een respectabel aandeel, maar de landbouw is niet meer de belangrijkste werkgever op het platteland. Handel en de diverse vormen van dienstverlening, waaronder horeca en recreatie, leggen meer gewicht in de schaal.

Bovendien zullen zowel bedrijven als arbeidsplaatsen in de agrarische sector de komende jaren in aantal verder teruglopen onder invloed van schaalvergroting en productiviteitsverbetering. Volgens een projectie van het Landbouw Economisch Instituut uit 2006 zou de werkgelegenheid in de land- en tuinbouw dalen van ongeveer 160.000 voltijdbanen in 2005 tot 110.000 in 2020. De ontwikkeling van de afgelopen jaren wijst erop dat de werkelijke daling nog wel eens wat sneller zou kunnen verlopen. Dat betekent niet dat de productie in de sector ook vermindert; die zal naar verwachting ongeveer stabiel blijven of zelfs iets toenemen. Maar doordat dankzij technische ontwikkelingen de productie per arbeidskracht omhooggaat, gaat dit gepaard met een vermindering van de werkgelegenheid. Zelfs als de landbouwproductie weer wat meer zou gaan groeien, door een toenemende vraag op de wereldmarkt of door afschaffing van beperkingen zoals de melkquotering, zal dat beeld niet wezenlijk veranderen. Dus voor het tegengaan van de leegloop van het platteland moet niet te veel van de landbouw worden verwacht, maar kan men zich beter op andere activiteiten richten. Die kunnen trouwens soms goed gecombineerd worden met agrarische activiteiten; te denken valt aan zorgboerderijen en natuur- en landschapsbeheer.

Maar dat vereist wel een zorgvuldig beleid. Want als grootschalige, industriematige vormen van landbouw, zoals megaveehouderijbedrijven, ruim baan krijgen, kan wonen, werken of recreëren op het platteland minder aantrekkelijk worden. Aan de andere kant kunnen deze mogelijkheden positief worden beïnvloed als er meer ruimte komt voor natuur en landschap. En dat kan gunstig uitpakken voor de plattelandseconomie.

De auteur is landbouweconoom en oud-lid van de Eerste Kamer. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer