Hoofddoekregels school direct getoetst
Mag een rooms-katholieke school moslimleerlinges verbieden een hoofddoek te dragen, ook als zij hen eerder heeft toegelaten? Om die vraag draaide het donderdag tijdens een zitting van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB).
Het is de eerste zaak bij de CGB tegen een bijzondere school vanwege het dragen van een hoofddoekje. Eerder oordeelde de CGB dat het dragen van een gezichtssluier de communicatie te veel belemmert. In april stelde de commissie een advies op voor minister Van der Hoeven van Onderwijs over het dragen van hoofddoekjes op scholen.
Minister Van der Hoeven nam dit advies over in een brief die zij juist dinsdag naar de Kamer stuurde. Bijzondere scholen mogen het dragen van hoofddoekjes en andere religieuze uitingen verbieden, mits zij kunnen aantonen dat deze geloofsuiting strijdig is met de grondslag. Verder moeten zij de kledingvoorschriften consequent handhaven en een consistent beleid voeren ten aanzien van het aannemen van leerlingen.
Om deze punten cirkelden de vraagstelling van de leden van de Commissie Gelijke Behandeling donderdag. De zaak is aangespannen door het Steunpunt Anti Discriminatie (STAD) Utrecht, ondersteund door het Landelijk Bureau Rassendiscriminatie (LBR), tegen het rooms-katholieke St. Gregorius College in die stad. Deze school verbood een havo-5-leerlinge het dragen van een hoofddoek. Zij was na verdieping in haar geloofsovertuiging tot de conclusie gekomen dat zij die moest gaan dragen. Een havo-4-leerlinge sloot zich later bij haar aan.
In gesprekken tussen de leerlinge, het STAD en de schoolleiding beperkte de school het verbod tot de lessen en verblijf in de mediatheek, mede omdat de betrokken leerlinge in de examenklas zat. Het STAD en het LBR vonden dat onvoldoende. Zij stelden gisteren voor de commissie dat de school alle leerlingen aanneemt en dus ook het dragen van een hoofddoekje moet tolereren.
G. Grubben van STAD verwees naar reformatorische scholen, die alleen reformatorische leerlingen aannemen en die zijns inziens terecht (religieus getinte) kledingeisen mogen stellen. Het Gregorius College zou echter leerlingen van allerlei signatuur aannemen en daarom de hoofddoek moeten accepteren, geheel volgens de regels van minister Van der Hoeven.
Ook zou een leerkracht aan de leerlinge hebben gevraagd of ze nu ook moest worden uitgehuwelijkt. Deze vraag zou volgens de klagende organisaties wijzen op onbegrip op de school voor andere geloofsuitingen dan de rooms-katholieke. Verder geeft de school volgens M. Jansen van het STAD nergens aan hoe het dragen van een hoofddoek de grondslag aantast.
Volgens de school is dat wel degelijk het geval. „De grondslag moet zichtbaar zijn voor de buitenwereld”, aldus advocaat mr. R. H. A. Wessel van de school. Leerlingen en hun ouders moeten die onderschrijven. De grondslag komt volgens rector drs. B. van de Ven tot uiting in „de totale sfeer, onder meer door kruizen en beelden en allerlei activiteiten. We bestaan 130 jaar en staan bekend als een ouderwetse katholieke school, waar katholieke ouders bewust hun kinderen naartoe sturen.”
Daarnaast zijn echter ook andersdenkenden welkom op de school. „We gaan niet zo ver dat andere gezindten worden geweerd. Katholiek-zijn is geen verplichting voor toelating”, aldus Wessel. Volgens Van de Ven wordt nieuwe leerlinges met een moslimachtergrond verboden hoofddoekjes te dragen.
Wesselink zei dat de school zich „gesteund voelt door de beleidslijnen van minister Van der Hoeven. Misschien dient deze zaak voor een eventuele aanscherping. Verheldering is op haar plaats.” Ook het LBR en het STAD pleitten voor opheldering.
De commissie doet op 7 augustus uitspraak.