Gereformeerden verliezen afscheidingsrecht
Gereformeerde kerken behouden definitief niet het recht tot uittreding uit de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Wel besloot de gereformeerde synode in Dalfsen donderdagmorgen zich in te zetten voor een langere overgangstermijn dan de huidige vijf jaar. Donderdagavond laat, tijdens de ’s middags begonnen triosynode, maakte prof. dr. L. J. Koffeman namens de werkgroep kerkorde bekend dat deze termijn wordt verlengd van vijf naar tien jaar.
Door het besluit van de gereformeerde synode om gereformeerde kerken niet onbeperkt het recht van uittreding te geven, zijn 22 appellerende kerken in het ongelijk gesteld. Hun bezwaren waren aanvankelijk gehonoreerd door deputaten appèlzaken, die het besluit van de gereformeerde synode van 2002 om het recht van uittreden af te schaffen, aanvochten. Een commissie ad hoc kwam vervolgens met een advies dat afweek van dat van de deputaten. Dat werd donderdagmorgen door de gereformeerde synode -met enkele tegemoetkomingen- overgenomen.
De synode hoorde donderdagmorgen de appellanten die bezwaar hadden aangetekend tegen het verlies van het recht van afscheiding binnen de PKN na een termijn van vijf jaar. Tweeëntwintig kerken dienden dat bezwaar officieel in; naar hun zeggen vertegenwoordigen zij echter tussen de 400 en 450 kerken: de helft van het aantal gemeenten in de GKN. Ongeveer tien vertegenwoordigers van de bezwaarde kerken voerden donderdagmorgen het woord.
Fuseren op de manier zoals de gereformeerde synode die beoogt, leidt onvermijdelijk tot een breuk, zo typeerde ds. J. L. Posthumus, gereformeerd predikant te Urk, het woensdag voorgenomen besluit van de synode om het recht van afscheiding bij gereformeerde kerken af te schaffen. „Als er gemeenten buiten de PKN komen te staan, is dat niet onze keus, maar die van de synode. U zet ons eruit.”
Scriba W. Wubs, die de bezwaarde gemeente van Haarlem-West vertegenwoordigde, merkte op: „Samen op Weg? Ja, maar niet op deze wijze, want dan gebeuren er alleen ongelukken.” Hij noemde het ongehoord dat de synode een volgens hem bindend advies van deputaten appèlzaken (dat de bezwaarden in het gelijk stelde) naast zich neerlegde. „U veegt een verplichtend advies van tafel. Wat voor zin heeft dat advies dan gehad? U bent er verantwoordelijk voor dat veel gereformeerde kerken niet meegaan met de PKN.”
Druk van hervormde zijde was volgens de bezwaarden een van de hoofdmotieven om de fusie door te zetten. Ds. C. B. Elsinga van de gemeente van Den Ham wees erop dat in 1989 „plotseling” het hervormde kerkmodel uitgangspunt werd, waarmee zestien jaar werken aan de inbreng van het gereformeerde kerkmodel aan de kant werd geschoven. „Het is illustratief voor de wijze waarop het proces verder is gegaan. Alles is op hervormde leest geschoeid, de kerkorde en al haar onderdelen; zelfs het recht om zich af te scheiden als de Heer je ertoe roept, is ons ontnomen.” De mogelijke verlenging van een overgangsperiode noemde hij „weer zo’n truc” om de bezwaarde kerken te lijmen, maar niet wezenlijk op hun argumenten in te gaan.
Ds. Posthumus zag nog één strohalm: de stemverhouding binnen de hervormde synode in december dit jaar. „Wanneer daar meer dan eenderde tegen de fusie is, zou dat onze redding zijn. Het zou de kerk in Urk vreugde geven wanneer de hervormde synode ons de gelegenheid zou bieden om in gefedereerde vorm de PKN binnen te gaan.”
Ds. D. Westerneng, voorzitter van het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) en sprekend namens de bezwaarde gemeente van Vorden, liet weten dat de gereformeerde synode nu met de eigen brokken zit: de waarschuwing om ruimte te blijven geven voor de zelfstandigheid van de kerk is altijd naast zich neergelegd.
„Er is het recht van kerken om gebruik te maken van de plicht van uittreden”, zo formuleerde ds. Westerneng bewust een ingewikkelde zin om niet direct van het recht van uittreding te spreken. „Verlengen van de vijf jaar is geen oplossing. U moet recht doen aan de kerken.” Overigens liet hij weten dat Samen op Weg als zodanig niet ter discussie staat. „Wat bezielt de appellanten? Liefde tot Samen op Weg. Maar niet op deze wijze.”
Een moeilijke synode, oordeelde preses J. G. Heetderks na afloop van de zitting. Elk besluit leidt altijd tot onvrede bij een van de partijen. „Scheuring zou een ramp zijn”, zei hij.
In de wandelgangen van de synode wordt al een aantal van tussen de twintig en dertig gereformeerde kerken genoemd die zich zouden willen afscheiden. Eerder deze week zei CGB-voorzitter ds. Westerneng dat 15 tot 20 gereformeerde kerken een overstap naar de Nederlands Gereformeerde Kerken overwegen.
Op 12 december nemen de afzonderlijke synodes van de SoW-kerken een definitief verenigingsbesluit. De officiële fusiedatum is 1 mei 2004.
Donderdagmiddag maakte de gereformeerde synode plaats voor de triosynode.