De Unhcr baseert zich op lokale hulporganisaties en mensenrechtengroepen. Een missie van VN bezocht Misurata onlangs.

Slachtoffers zijn voornamelijk mannen. Een vrouw vertelde aan de Unhcr-missie dat haar drie zwagers waren gekidnapt. Twee van hen bleken te zijn meegenomen naar een kamp van regeringstroepen in Zlitan. Ze moesten daar trouw zweren aan het regime van Muammar Gaddafi, waarna ze werden gedwongen te vechten aan regeringszijde.

In Libië brak in februari een opstand uit tegen het bewind van Gaddafi. Het westelijke Misurata lag wekenlang onder vuur van Gaddafigetrouwe militairen. Daarbij vielen minstens 630 doden en 6000 doden.

In de stad, waar voor het conflict circa 300.000 mensen woonden, verblijven nog 25.000 ontheemden. De meesten zitten bij familie of kennissen in huis. Andere ontheemden hebben een onderkomen gevonden in scholen of lege gebouwen.

Misurata is in handen van opstandelingen en het is rustig. Het normale leven herstelt zich langzaam, aldus de VN. De straten worden schoongemaakt en winkels gaan weer open. Er is wel een tekort aan voedsel, medicijnen en stroom. Ook hebben ziekenhuizen een gebrek aan gekwalificeerd personeel. Voor de oorlog was 80 procent van de verpleegsters van buitenlandse herkomst. Zij verlieten het land, toen het conflict losbarstte.

De regio’s Tripoli en Zlitan, beide in handen van Gaddafi, herbergen ongeveer 49.000 ontheemden. Ze verblijven in onder meer hotels en studentenhuizen. Ze redden zich vooralsnog onder deze moeilijke omstandigheden. Er is nu nog voldoende voedsel, maar als de huidige situatie aanhoudt, moet de Libische regering volgens de Unhcr binnen enkele weken om internationale hulp vragen.