„Rampenplan tegen te veel dieren nodig”
De Dierenbescherming wil dat gemeenten rampenplannen ontwikkelen voor dierenoverlast. Zo kunnen ze voorkomen dat populaties te groot worden waardoor de beesten als gevolg van de hinder die ze veroorzaken, moeten worden afgemaakt.
Lokale overheden hebben door een te afwachtende houding vaak zelf een groot aandeel in situaties die uit de hand lopen, aldus de Dierenbescherming. Het meest recente voorbeeld is de overlast die een groep van circa 1200 Canadese ganzen in de gemeente Purmerend veroorzaakt. Donderdag werd bekend dat de provincie Noord-Holland de gemeente toestemming heeft gegeven 1000 ganzen te vangen en te vergassen.
De ganzenpopulatie is de afgelopen jaren sterk gegroeid en veroorzaakt in toenemende mate overlast. De beesten steken in groepen de A7 tussen Hoorn en Zaandam over, veroorzaken aanrijdingen, bedreigen fietsers en wandelaars en hebben in een aantal gevallen mensen aangevallen. Ook brengen ze volgens de provincie ernstige schade toe aan landbouwgewassen in de omgeving.
Purmerend mag de populatie eenmalig in omvang terugbrengen. Door voortaan in het broedseizoen de eieren lek te prikken, willen provincie en gemeente voorkomen dat de populatie opnieuw uitdijt.
De Dierenbescherming noemt het schudden van eieren in een vroeg stadium na de leg als methode om de groei van populaties af te remmen. „Maar beter nog is ingrijpen in het voedselaanbod. Dierenpopulaties groeien uit zichzelf net zoveel als de hoeveelheid voedsel toelaat. Hoe meer voedsel, hoe groter de groep”, aldus de woordvoerder.