Commentaar: Trouwambtenaren
„De republiek Amsterdam heeft tolerantie als leidend beginsel”, zei oud-COC voorzitter Frank van Dalen –nu VVD-raadslid– deze week tijdens een vergadering van de Amsterdamse gemeenteraad. Die debatteerde over twee gewetensbezwaarde trouwambtenaren in stadsdeel Nieuw-West.
Tot verbijstering van de raad bleek recent dat van de 478 ambtenaren van de burgerlijke stand er maar liefst twee zijn die om principiële redenen geen homohuwelijk willen voltrekken.
Opmerkelijk genoeg voelde een PvdA-raadslid zich gedwongen haar collega’s op te roepen elkaar niet te veel de maat te nemen wie nu het meest voor het homohuwelijk is. Inderdaad leek het debat op een wedstrijd ”wie durft de meest gespierde taal te gebruiken?” en helaas niet op een openbaar raadsdebat waarin op integere en zorgvuldige wijze belangen tegen elkaar worden afgewogen.
Want wat is er nu precies aan de hand? Twee ambtenaren hebben dus gewetensbezwaren. Een van hen werd al benoemd voor 2007, het jaar waarin Amsterdam besloot dat er geen ruimte is voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Er hebben zich al die jaren –dus ook de achterliggende vier jaar– echter nooit problemen voorgedaan rond haar functioneren. Enkel het feit dát ze gewetensbezwaren heeft, was nu reden voor het spoeddebat, waarin de raadsleden op felle toon eisten dat ze een andere functie krijgt of zelfs wordt ontslagen. Hebben de Amsterdammers nu echt alle nuchterheid verloren dat ze zelf niet meer het absurde hiervan inzien?
Het wordt nog dwazer als ook de positie van de andere ambtenaar in ogenschouw wordt genomen. Deze vrouw blijkt vorig jaar op tijdelijke basis te zijn benoemd om wat administratieve achterstanden weg te werken. Om die reden heeft ze nog geen enkel huwelijk gesloten. Zijn haar principiële bezwaren tegen het homohuwelijk dan zo vreselijk dat het college voor de benoeming van zo’n vrouw zelfs excuses zou moeten aanbieden aan de Amsterdamse burgers, zoals een raadslid deze week eiste?
Het is verstandig als Van Dalen nog eens goed naar zijn eigen tekst kijkt: „Tolerantie is leidend beginsel.” Hoe wil hij die tolerantie dan gestalte geven in deze situatie? Door iemand te ontslaan die het niet met hem eens is?
Het homohuwelijk is in Nederland een feit. Tot groot verdriet van een minderheid in deze samenleving – en van velen in het buitenland. Er is bij het debat over de invoering van het homohuwelijk mede daarom uitvoerig gesproken over de positie van gewetensbezwaarde trouwambtenaren.
Niet voor niets hebben gerenommeerde juristen in 2009 in een oordelenbundel van de Commissie Gelijke Behandeling nog eens aangetoond dat het op basis van internationale wetgeving voldoende is als een gemeente ervoor zorgt dat homohuwelijken gesloten kunnen worden.
Dat is ook de lijn van het huidige kabinet tot nog toe. En dat is óók de lijn van een gemeente als Staphorst, waar Amsterdamse politici in het raadsdebat smalend over spraken. Maar daar is een homohuwelijk mogelijk én heeft men respect voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren.
In de republiek Staphorst is tolerantie dus pas echt een leidend beginsel.