Jemima, in 1982 opgericht om hulp te bieden aan meervoudig gehandicapte Palestijnse kinderen, werd in de afgelopen jaren gesteund door Nederlandse christenen. Het aantal giften nam evenwel in 2010 door de wereldwijde economische crisis af.

Van het bedrag van 35.000 euro dat het huis elke maand nodig heeft, kwam geen derde deel meer binnen. Er is een schuld van bijna 100.000 dollar. Salarissen van personeelsleden konden niet meer worden betaald.

In Jemima wonen 31 kinderen en jongvolwassenen. Verder komen er 25 gehandicapten naar de dagopvang. In het huis werken 45 Palestijnse christenen voltijds of deeltijds en 5 Nederlandse vrijwilligers.

De Nederlandse bestuurder Hans van der Pluijm bezocht twee weken geleden Beit Jala om met de plaatselijke directeur Raed Hanania te praten over het naar huis sturen van zestien gehandicapten en het ontslag van zestien personeelsleden.

Het ministerie van Sociale Zaken van de Palestijnse Autoriteit heeft vorige week echter beloofd dat het 50.000 dollar van de schuld zal aflossen en overweegt dat bedrag nog verder te verhogen. Verder zal de Palestijnse regering per 1 juli voor elk van de 31 inwonenden 1000 sjekel (200 euro) aan subsidie verstrekken. Voor de gehandicapten die buiten het huis wonen en naar de dagopvang komen wordt geen subsidie versterkt, maar het ministerie van Onderwijs denkt erover de salarissen van twee leerkrachten te gaan betalen.

Jemima stelde als voorwaarde dat het huis zou kunnen blijven functioneren zoals het functioneert en niets hoefde af te doen aan de identiteit. De Palestijnse Autoriteit stelde als voorwaarde dat naast Nederlanders ook Palestijnen betrokken zullen worden bij het bestuur.

Volgens Van Weelden is het team in Jemima „ontzettend dankbaar”, en ziet het de hulp als gebedsverhoring. „De werkers hadden al drie maanden geen salaris gekregen en een deel van hen hing ontslag boven het hoofd. Ze waren enorm blij dat het gevaar van ontslag geweken was.” Intussen bestaat er nog steeds een salarisachterstand van twee maanden, zodat hulp voor Jemima uit Nederlandse kerken en van Nederlandse donateurs noodzakelijk blijft.