Beroep AIVD-medewerkster ongegrond verklaard
DEN HAAG (ANP) – De minister van Binnenlandse Zaken hoeft de intrekking van de verklaring van geen bezwaar van een voormalig AIVD-medewerkster niet te herzien. Dat heeft de Raad van State woensdag geoordeeld.
De vrouw werd vorig jaar vrijgesproken van het lekken van staatsgeheime informatie. Als gevolg van de verdenking tegen haar, had de minister de verklaring van geen bezwaar ingetrokken, die zij nodig had om haar vertrouwensfunctie bij de inlichtingen- en veiligheidsdienst te behouden. Na haar vrijspraak eiste zij dat de minister zijn besluit terugdraaide.
De rechtbank in Den Haag verklaarde in september 2010 haar bezwaren ongegrond. De Raad van State heeft haar beroep tegen deze uitspraak afgewezen.
De vrouw werd samen met haar partner verdacht van het doorspelen van interne stukken van veiligheidsdienst AIVD over de oorlog in Irak en een dreiging tegen de dalai lama aan een Telegraafjournaliste, die erover publiceerde. Het Openbaar Ministerie eiste celstraffen, maar de rechtbank in Haarlem sprak hen in juli vorig jaar vrij.
De twee hebben het lekken van geheime informatie altijd ontkend. De vrouw vocht haar ontslag bij de AIVD aan.
Volgens de Raad van State kan een „enkele verdenking van een delict als dit, waarbij de staatsveiligheid in het geding komt” en een voorlopige hechtenis van een paar maanden de minister al doen twijfelen aan de geschiktheid voor een vertrouwensfunctie bij de AIVD. De raad neemt in zijn oordeel mee dat uit de vrijspraak niet is gebleken dat de vrouw geen staatsgeheime informatie aan derden heeft gelekt. Het is daarom niet gebleken dat er geen grond voor de verdenking was, aldus de raad.
De minister is volgens de raad bevoegd om een verklaring van geen bezwaar in te trekken als hij onvoldoende waarborgen heeft dat iemand aan de bij de vertrouwensfunctie horende plichten zal voldoen.