Routekaart dreigt alweer archiefstuk te worden
Dat de routekaart geen geplaveide weg kon bieden, wist iedereen. Maar dat het geweld zo snel en zo hevig zou oplaaien na de lancering van het laatste vredesplan in Aqaba, vorige week, komt toch als een verrassing. De Israëliërs, de Palestijnen en de Amerikanen zullen er nu alles aan moeten doen om te voorkomen dat de routebeschrijving voor vrede in het archief van de mislukte initiatieven belandt.
Donderdag precies een week geleden was er een beetje hoop dat de Israëliërs en de Palestijnen een einde wilden maken aan de bijna drie jaar durende cyclus van geweld en wraak. Leiders van de twee partijen maakten in de Jordaanse havenstad Aqaba met de aanvaarding van de routebeschrijving, in het bijzijn van de Amerikaanse president George Bush, een nieuwe start.
De Palestijnse premier Mahmoud Abbas stelde in zijn toespraak dat zijn doel een volledige beëindiging van geweld en terrorisme was. Sharon op zijn beurt beloofde ontruiming van een aantal illegale buitenposten van de Joodse nederzettingen. De stappen van Abbas en Sharon zouden de eerste moeten zijn in een lange serie. Volgens het plan moesten ze leiden tot groeiend wederzijds vertrouwen, hervatting van het vredesoverleg en de stichting van een Palestijnse staat naast Israël in het jaar 2005.
Maar de ontwikkelingen van de laatste dagen brengen het vredesinitiatief van het zogenaamde kwartet (de Verenigde Staten, de Europese Unie, de Verenigde Naties en Rusland) aan het wankelen. Op bijeenkomsten vorige week in Gaza bleven aanhangers van Hamas schreeuwen om nieuwe aanslagen tegen Israël. Vrijdag lieten de hoofden van deze militante islamitische beweging weten niet langer met Abbas te willen praten over stopzetting van de terreuroperaties. De reden was dat Abbas al te veel concessies aan Israël gedaan zou hebben.
Intussen ging het geweld onverminderd door. Op de dag van de topconferentie in Aqaba doodden Israëlische troepen twee Hamas-activisten in Tulkarem. Israëlische veiligheidsbronnen zeiden dat de twee een aanslag in Israël beraamden.
Bij een gezamenlijke operatie van drie Palestijnse terreurgroepen -Hamas, Islamitische Jihad en de al-Aqsa Martelaren Brigades-, afgelopen zondag bij de grensovergang tussen Israël en de Gazastrook, verloren vier Israëlische soldaten het leven. Op dezelfde dag schoten Palestijnen een soldaat dood in Hebron. Bij de acties werden zes Palestijnen gedood.
Dinsdag voerde de Israëlische luchtmacht een aanval uit op Abdel Aziz Rantisi, een van de kopstukken van de Hamas. Rantisi zelf zag kans de benen te nemen voordat een raket uit een legerhelikopter zijn auto opblies. Drie onschuldige burgers -onder anderen een vrouw en haar dochter- verloren het leven en 27 anderen raakten gewond.
Toch kan de klungelige operatie van het Israëlische leger niet direct in verband worden gebracht met de aanslag woensdag in Jeruzalem, waarbij zestien doden vielen en ongeveer honderd mensen gewond raakten. De bomaanslag in Jeruzalem was al gepland vóór de liquidatiepoging van Rantisi en had mogelijk ook zonder deze plaatsgehad.
Volgens de Israëlische veiligheidsdiensten was Rantisi betrokken bij het beramen van terreuraanslagen. Toch was het tijdstip van de Israëlische aanslag uiterst ongelukkig. Het leger had maandenlang de kans hem te liquideren, maar zag daar blijkbaar van af. Door de aanslag op Rantisi liet Sharon de mogelijkheid van een beter klimaat tussen Palestijnen en Israëliërs glippen. Abbas heeft nu eenmaal tijd nodig om vertrouwen te winnen onder de Palestijnen en om orde op zaken te stellen.
Het Israëlische dagblad Yediot Ahronot omschreef Rantisi als iemand die „de dood verdient.” Maar de krant stelde ook dat het op zijn best een beoordelingsfout was om nu op zijn leven te azen en op zijn slechtst een poging om de lange reis naar vrede schipbreuk te doen lijden.
Na de massamoord op burgers woensdag in het hart van Jeruzalem volgden Israëlische acties in de Gazastrook, waarbij twee leden van de militaire vleugel van Hamas, Tito Massoud en Soffil Abu Nahez, het leven lieten. Zeker vijf anderen werden gedood. Vannacht kwam de Israëlische luchtmacht opnieuw in actie in Gaza. Daarbij kwamen zeker twee mensen om het leven.
De Amerikaanse president Bush verklaarde „ernstig verontrust” te zijn over de aanslag van dinsdag op Rantisi. Amerikaanse waarnemers zullen mogelijk volgende week arriveren om toe te zien op naleving van de afspraken van het vredesplan. Maar volgens de Republikeinse senator John Warner van Virginia, hoofd van het comité voor de strijdkrachten, zijn er andere maatregelen nodig. Hij suggereerde voor de camera’s van televisiezender CNN dat NAVO-troepen naar Israël zouden moeten worden gezonden om het geweld in te dammen. Volgens hem zijn er mensen binnen de NAVO die deze stap hebben overwogen.
Het Palestijnse terrorisme is wat Israël betreft het grootste obstakel voor de uitvoering van de routebeschrijving. Als Abbas de harde confrontatie met de militante moslims niet aandurft, zal het vredesproces geen nieuwe start kunnen maken. In het Israëlische parlement, de Knesset, zei staatssecretaris Zeev Boim (Defensie) dat als Palestijns premier Abbas het terrorisme niet bestrijdt, dit het einde van het vredesplan zal betekenen. Minister Silvan Shalom (Buitenlandse Zaken) zei volgens Radio Kol Yisrael dat de Palestijnse premier een politiek voert die door terreurorganisaties wordt beschouwd als groen licht om aanslagen te plegen.