De twee hebben geen geldige verblijfsvergunning. Daar loopt op dit moment nog een juridische procedure over. De voorzieningenrechter oordeelde eerder dat zij Nederland niet mogen worden uitgezet totdat daarover een uitspraak is.

De jongen en de moeder moeten hun woning per woensdag verlaten van de woningcorporatie. Die is daartoe ook een ontruimingsprocedure begonnen. De twee vroegen daarom maatschappelijke opvang aan bij de gemeente. Die wees dat verzoek af, onder meer omdat de ontruimingsprocedure nog loopt en er nog geen daadwerkelijke datum voor de ontruiming bekend is.

Volgens de Centrale Raad van Beroep is de gemeente echter vanaf woensdag verantwoordelijk voor de opvang op grond van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dat houdt namelijk in dat kinderen tot de categorie van kwetsbare personen horen en daarom in het bijzonder recht hebben op bescherming van hun privéleven. Het recht op het voeren van een gezinsleven houdt in dat dat ook voor de moeder geldt.

Juriste Martine Goeman van kinderrechtenorganisatie Defence for Children, die het tweetal bijstond, noemt de uitspraak „baanbrekend”. Die leidt er volgens haar toe dat „het recht op opvang terrein wint”.

Ze noemt het onder meer bijzonder dat de gemeente verantwoordelijk is voor opvang, terwijl de twee nog niet daadwerkelijk op straat staan, maar er alleen nog maar een ontruimingsprocedure loopt. Ook is de juriste tevreden dat ook de moeder recht heeft op opvang.