Regeerakkoord biedt vooral jongeren weinig
Wat zit erin voor jongeren, vragen Marcel Benard en Peter de Kluijver van de ChristenUnie-jongeren zich af bij het lezen van het regeerakkoord. De uitkomst stelt hen teleur. Werk aan de winkel voor jongerenorganisaties.
„Meedoen, meer werk, minder regels”, zo betogen de nieuwe coalitiepartijen CDA, VVD en D66. Over deze niet zo pakkende titel is al het nodige gezegd. Toch zou hij best de lading van een regeerakkoord kunnen dekken. Laten we eens kijken in hoeverre deze titel voor jongeren op zijn plaats is.
Na het lezen van het akkoord vragen we ons af of er voor jongeren wel wat in het vat zit. De vooruitzichten wat werk betreft zijn niet bepaald rooskleurig. Als gevolg van de bezuinigingen zal de werkgelegenheid volgens het CPB flink dalen. Jongeren voelen die klap meestal het eerst en het hardst. Vooral starters ondervinden dit bij het solliciteren. Bijscholen dan maar, om de kans op werk te vergroten? Helaas, de scholingsaftrek wordt afgeschaft. Bij de kreet ”meer werk” stel je je toch iets anders voor.
Waar totaal geen aandacht voor is, is de moeilijke situatie van met name studenten en starters op de woningmarkt. De studentenhuisvesting wordt niet genoemd in het akkoord. En weliswaar wordt er een schoorvoetend begin gemaakt met de beperking van de hypotheekrenteaftrek. Een structurele bezinning op de opdrijving van de huizenprijzen, veroorzaakt door de hypotheekrenteaftrek, blijft echter achterwege. Ook naar beleid voor de doorstroming in studentenhuizen en de bouw van starterswoningen zoek je in het regeerakkoord vergeefs. Meedoen op de woningmarkt is er voor jongeren voorlopig dus niet bij.
Mogen we dan wel meedoen in de zorg? Met andere woorden, blijft de zorg ook voor jongeren voldoende toegankelijk? Een eigen risico van 200 euro voorspelt bepaald niet veel goeds. Overigens niet alleen voor jongeren, maar voor iedereen die elk eurodubbeltje twee keer om moet draaien. Het is niet erg als er een kleine drempel is, waardoor niet voor elk wissewasje een beroep wordt gedaan op de arts, maar dit bedrag zal voor veel mensen een te hoge drempel blijken te zijn. Deze maatregel zal onherroepelijk leiden tot minder toegankelijkheid. Een consequentie is dat minder mensen zich kunnen verzekeren. Geen rotte tanden omdat je te lang op de wachtlijst staat dit keer, maar omdat de tandartsverzekering te duur is. Zorg wordt zo een luxegoed in plaats van een basisrecht.
Is het dan allemaal kommer en kwel? Nee, zo erg is het nu ook weer niet. De wens om de regelzucht te verminderen kan alleen maar toegejuicht worden, al blijft het wachten op concrete maatregelen. Ook de levensloopregeling, een goed instrument om de balans tussen werk en zorg te verbeteren, is positief te waarderen. Zeker voor jonge gezinnen en mantelzorgers.
Aandacht voor palliatieve zorg is heel mooi, maar misschien is het verhelderend om de oorspronkelijke ontwerptekst van het akkoord er eens naast te leggen. Daar stond namelijk: „Er komt meer aandacht en geld voor de palliatieve zorg.” Een veelzeggende wijziging?
Natuurlijk begrijpen wij ook dat bezuinigingen nodig zijn, maar de keuzes die daarin gemaakt worden wekken verbazing. De lastenverzwaringen in bijvoorbeeld de zorg treffen vooral minder kapitaalkrachtigen (zoals jongeren). Daar tegenover wordt een lastenverlichting gesteld in de vorm van beperking van de OZB. En dat komt vooral ten goede aan bezitters van dure huizen.
Kortom, er valt voor jongeren niet veel goeds te verwachten. Helaas valt te vrezen dat jongeren hierin niet alleen staan. De pleidooien van het kabinet om de broekriem aan te halen zijn op zich verdedigbaar. Het wordt echter moeilijker te accepteren als blijkt dat de pijn niet evenredig verdeeld wordt. Alle reden om kritisch te blijven dus.
Misschien klopt het motto dan toch, we krijgen namelijk nog heel wat werk om dit beleid bij te sturen.
Mijnheer Balkenende, u hoort nog van ons.
De auteurs zijn respectievelijk voorzitter en politiek secretaris van PerspectieF, jongerenorganisatie van de ChristenUnie.