Voor het eerst rijden op stroom voelt even wat onwennig. Het vertrouwde, brommende geluid van de motor ontbreekt. Alleen het nauwelijks hoorbare gezoem van de banden dringt door. De richtingaanwijzer van de Mini op batterijen klinkt daardoor des te doordringender.

Rechtsaf de Beatrixlaan op. Voor de bestuurder is het extra oppassen geblazen. Hij moet erop bedacht zijn dat voetgangers en fietsers hem in z’n vierwieler-onder-spanning niet –of nauwelijks– horen aankomen.

Rijden op stroom voelt al snel als een sensatie. Een dot gas en de elektromotor drukt de inzittenden in de kussens. Moeiteloos snelt de Mini na het Prins Clausplein –volledig traploos– naar de 145 km/uur. Een aantal oplichtende ledjes geeft het verbruikte vermogen weer.

De elektro-Mini weert zich dapper en doet ogenschijnlijk niet onder voor een gewone. „De auto rijdt op een elektromotor met een accupakket dat is opgebouwd uit 5000 batterijen”, vertelt Leon van Schie van Mini, op de A12. Met die krachtbronnen kan het voertuig zo’n 145 tot 150 kilometer afleggen. „De actieradius is uiteraard afhankelijk van het rijgedrag.” Rechts aanhouden, afslag Centrum.

De Mini-met-stekker laadt zich in acht uur van 0 tot 100 procent op. Een gewoon stopcontact is voldoende. Een schermpje op het dashboard geeft het resterende bereik weer. Nog ”88 kilometer”. Een straal gas: nog ”87 kilometer”.

De ingebouwde batterijen eisen hun tol. De test-Mini weegt 1500 kilo, zo’n 250 tot 300 kilo meer dan een normaal exemplaar. „Dat is het dilemma voor een autofabrikant. Hoe meer batterijen, hoe meer gewicht, hoe minder prestaties.” De stoelen achterin moesten wijken voor de accu’s.

Afremmen – zijstraat van rechts. De bestuurder laat het gas los, de auto reageert ogenblikkelijk. Waar een gewone auto langzaam uitrolt, mindert deze Mini vrij abrupt vaart. „Daarom gaan de remlichten direct branden als een bestuurder het gas loslaat”, licht Van Schie toe.

Of een elektrische auto op dit moment goedkoper in gebruik is dan een voertuig met conventionele motor kan de Minimanager niet zeggen. De test-Mini, onderdeel van een proef van BMW en Siemens met elektrisch rijden, is niet te koop. „De aanschafprijs is daarom niet door te berekenen.”

Op dit moment telt Nederland pakweg 8 miljoen personenauto’s. Het wagenpark breidt zich gestaag uit. Steeds meer huishoudens beschikken over een boodschappenautootje. Het aantal voertuigen groeit daardoor naar verwachting naar 9,2 miljoen in 2020.

Het aantal elektrische en hybride auto’s schommelt op dit moment rond de 40.000 stuks. Voor elektrisch rijden lijkt een goede toekomst weggelegd. Siemens verwacht dat over negen jaar een op de tien voertuigen –bijna 1 miljoen exemplaren– over een elektrische of hybride aandrijving beschikt.

Een struikelblok voor elektrisch rijden vormt –behalve het beperkte aantal kilometers en de lange ‘tankbeurten’– het geringe aantal oplaadpunten. En een standaardisering van die punten. Verschillende fabrikanten hanteren uiteenlopende stopcontacten.

Opladen via inductie kan een oplossing bieden. Auto’s laden daarbij draadloos op, bijvoorbeeld tijdens het wachten voor een stoplicht. Een ingebouwde spoel in het wegdek levert dankzij magnetische velden de benodigde spanning. Ook ideaal op taxistandplaatsen. Of bij de supermarkt.

Nog even toekomstmuziek. Maar de toekomst is dichterbij dan menigeen denkt. Siemens test het systeem al in Berlijn.

Gevaarlijk stil

Een stille, elektrische auto kan voor onveilige situaties zorgen. Onderzoek naar de verkeersveiligheid is daarom nodig.

Veilig Verkeer Nederland staat positief tegenover het gebruik van elektrische auto’s, scooters en scootmobielen. „De verkeersveiligheid moet echter wel gewaarborgd zijn”, benadrukt Rob Stomphorst van VVN.

Het probleem is dat weggebruikers geruisloze voertuigen niet horen aankomen. „Wij willen zeker weten dat de verkeersveiligheid gewaarborgd is als elektrisch rijden grootschalig ingeburgerd raakt.” Omdat niet alleen het motorgeluid gering is, maar bij lage rijsnelheden ook het bandengeluid, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.

Ervaringen in Japan en de VS lijken erop te wijzen dat elektrische auto’s vaker betrokken zijn bij ongevallen met fietsers en voetgangers dan auto’s met een verbrandingsmotor. Een verband met het gebrek aan geluid ligt voor de hand, maar is niet onomstotelijk aangetoond.

VVN wil daarom het probleem onderzocht hebben. Samen met de gemeente Amsterdam, Rijkswaterstaat en transportbedrijf Peter Appel is VVN in overleg om een onderzoeksopdracht te geven aan de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV).

Wedstrijd

Geruisloze auto’s leveren gevaar op. Een oplossing kan het kunstmatig toevoegen van geluid zijn. Maar hoe moet een elektrische auto klinken?

BMW, Siemens en VVN organiseren een wedstrijd voor het beste geluid voor elektrische auto’s. Viaelektrischrijdenhoeklinktdat.nl kunnen tot 10 juni creatieve oplossingen worden ingediend en op de site geüpload. In september maakt een jury, onder wie prins Maurits, voorzitter van het Formule E-Team, en VVN-voorzitter Peijs, tevens commissaris der Koningin in Zeeland, de winnende geluiden bekend.

www.elektrischrijdenhoeklinktdat.nl