Cultuur & boeken

Floortje Zwigtman: Fictie is gevaarlijk, want de vijand van simplisme

Jeugdboekenauteur Floortje Zwigtman hield woensdagavond in een goedgevulde Lokhorstkerk in Leiden de twaalfde Annie M. G. Schmidtlezing over het thema ”Het weven van een web. Hoe schrijven gaat en waarom fictie gevaarlijk is”. Een samenvatting.

Janneke de Jong
26 May 2011 19:36Gewijzigd op 14 November 2020 15:09
Floortje Zwigtman. Foto uitg. De Fontein
Floortje Zwigtman. Foto uitg. De Fontein

„Het is onverstandig om een boek te schrijven. Waarom zou je het doen? Wat voor nut heeft het? Wil je je uitleveren aan de lezer? Ondanks deze bezwaren heeft menige schrijver zo’n drang vanbinnen. Net als Sebastiaan de spin (uit het versje van Annie M. G. Schmidt), die een web wilde weven. „O Sebastiaan, toe Sebastiaan, nee Sebastiaan, laat het nou. Toom je in!”

Ondanks het gevaar van schrijven –met de spin Sebastiaan liep het ook niet goed af– kan literatuur de lezer ergens brengen. Annie M. G. Schmidt had een vertelgrage moeder en was een literaire veelvraat. Zij las de sprookjes van Andersen, zondagsschoolboekjes over martelaren die zingend op de brandstapel stonden, en klassiekers zoals ”Alice in Wonderland” en ”Jane Eyre”. Met deze boeken keek ze ver over de pedagogische haag heen. Ze betaalde ervoor met angst, maar dat had ze ervoor over.

Ieder kind dat met boeken opgegroeid is, herinnert zich dat de wereld voor hem openging. Voor mij gebeurde dat met de natuurencyclopedie van mijn vader. Die wereld was vreemd, groot, onbekend. Er wachtten veel verhalen, sommige kwamen naar me toe en drongen mijn hoofd binnen: ik moest ze opschrijven.

Zo moet het ook gegaan zijn met de ”Brontë sisters”, het trio dat een aantal beroemde klassiekers schreef. Ze lazen de boeken uit de bibliotheek van hun vader en leerden over macht, intriges, romantiek en manipulaties. Door deze onderwerpen, die ze in hun eigen kleine wereld niet ontmoetten, werd hun fantasie gestimuleerd. Ze waren –als iedere schrijver– aangewezen op verstand, improvisatie en inlevingsvermogen. Voor hun werk betaalden ze wel een prijs: twee zussen bleven ongetrouwd en één stierf in het kraambed.

Dat roept de vraag op: kan leven op papier het echte leven vervangen? Annie M. G. Schmidt las graag de sprookjes van Andersen en identificeerde zich met hem. Als veertienjarige trok Andersen de wereld in, weg van zijn plaaggeesten. De sprookjesschrijver was onzeker en niet in staat tot zelfreflectie. Alleen in zijn sprookjes, vertellingen met diepe levenservaringen, was hij volkomen eerlijk tegenover zichzelf.

Lijkt dat schrijven niet op een bezwering? In de oudheid was het vastleggen van woorden een magische handeling. Zegt een psycholoog ook niet vaak: Schrijf het eens op! Als de woorden zichtbaar worden, kun je ze delen en doorstaan ze de tijd. Door het hanteren van tekens transformeer je de emoties, ga je samenhang en patronen zien. Voor Andersen heeft het schrijven van de sprookjes die werking gehad: ze maakten hem emotioneel volwassen. En zijn lezers hebben de vrijheid van interpretatie: de sneeuwkoningin, die voor Andersen symbool stond voor zijn restrictieve schoolopleiding, kan talloze vormen aannemen. De kracht van symbolische, irrationele boeken is lang ontkend, terwijl de ”werkelijke waarheid en het echte leven” in zogenaamd realistische boeken schromelijk overschat worden. De auteur geeft slechts zijn eigen beperkte visie op de werkelijkheid en niet zelden in clichébeelden.

Een goede roman is een complex weefsel. Je kunt alle kanten op, dus kun je er ook makkelijk in verdwalen: er klinken meerdere stemmen, er wordt niet geoordeeld, je bent vrij in je interpretatie. Zo kan een roman een manier zijn om iets te ontdekken wat je nog niet weet. Daarvoor moet de lezer wel uit zijn comfortzone komen en niet een lief, knus en overzichtelijk wereldje wensen. Fictie is namelijk gevaarlijk, de vijand van welk simplisme dan ook. Een lezer moet dus, net als de spin Sebastiaan, niet bang zijn.”


Floortje Zwigtman

Floortje Zwigtman (1974) is de schrijversnaam van Andrea Oostdijk. Ze debuteerde in 2001 met een historisch jeugdboek, ”Spelregels. Het verhaal van een middeleeuws huwelijk”. In 2003 won ze de Gouden Uil Jeugdliteratuur en een Zilveren Zoen voor haar tweede jeugdboek: ”Wolfsroedel”. In 2006 ontving ze de Gouden Zoen en opnieuw een Gouden Uil, beide vanwege ”Schijnbewegingen”.

De Annie M. G. Schmidtlezing wordt jaarlijks georganiseerd in het kader van de Annie M. G. Schmidtleerstoel voor kinder- en jeugdliteratuur, die sinds 1998 wordt bekleed door prof. dr. Helma van Lierop-Debrauwer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer