Opinie

Commentaar: Zes woorden verwijderd van vrede

Zes woorden. Meer niet. Zo ver zijn de Palestijnen verwijderd van vrede met Israël. Althans, zo deed de Israëlische premier Benjamin Netanyahu het dinsdag voorkomen in zijn langverwachte toespraak tot het Amerikaanse Congres.

25 May 2011 12:15Gewijzigd op 14 November 2020 15:08

„Ik zal een Joodse staat accepteren.” Met dat ene zinnetje zou de Palestijnse leider Mahmud Abbas een terugkeer naar de onderhandelingstafel kunnen bewerkstelligen en vergaande Israëlische concessies tegemoet kunnen zien.

Netanyahu bakende die concessies dinsdag overigens ook direct scherp af. Jeruzalem blijft de ondeelbare hoofdstad van Israël en een terugkeer naar de grenzen van voor de Zesdaagse Oorlog van 1967 zit er niet in, herhaalde hij dinsdag in Washington. Dat lijkt ook alleszins redelijk. Geen land deelt zijn hoofdstad. En geen land kan zomaar van een half miljoen staatsburgers eisen dat ze hun biezen pakken.

Hoe men echter ook tegen het Israëlisch-Palestijnse conflict aankijkt, feit is dat beide partijen er voortdurend in slagen dermate grote barrières op te werpen dat een serieus uitzicht op een oplossing elke keer weer wordt ontnomen.

De PLO weigerde in het verleden lange tijd de staat Israël te erkennen, wat voor Jeruzalem –terecht– reden was om geen vredesbesprekingen met de Palestijnen te beginnen. Inmiddels is die hobbel deels gepasseerd. Deels, want de terreurbeweging Hamas is nog altijd officieel eropuit de staat Israël te vernietigen. Nu komt daar de eis bij om Israël als Joodse staat te erkennen, als voorwaarde om het vredesoverleg te hervatten.

Afgezien van het Bijbelse en historische recht van Joden op het land van hun voorvaderen is het de vraag of het in de onderhandelingen over een oplossing van het conflict met de Palestijnen zinvol is een dergelijke eis te stellen. Eerdere besprekingen zijn ook niet onder die voorwaarde gevoerd.

Omgekeerd gebeurt overigens precies hetzelfde. De Palestijnen weigeren naar de onderhandelingstafel terug te keren zolang Israël geen bouwstop in de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever afkondigt. Wederom een typisch voorbeeld van voorwaarden vooraf stellen, met als uiteindelijke doel een daadwerkelijke oplossing op zijn best op de lange baan te schuiven, maar misschien ook wel totaal te frustreren.

Intussen doemt voor Israël langzaam maar zeker het spook van erkenning van een Palestijnse staat door de Verenigde Naties op. Om die stap, die naar verwachting in september zal worden gezet, voor te zijn, had Netanyahu zijn „pijnlijke concessies” dinsdag beter wat meer kunnen concretiseren. De tijd dringt immers.

Ook na de toespraak van Netanyahu buitelen vriend en vijand van Israël weer over elkaar heen. De argumenten zijn maar al te bekend. De Bijbelse landbelofte versus de aanspraken van de Palestijnen op een eigen staat. De islamitische claim op heel Palestina tegenover het recht van Joden op een thuisland. De Joden de zee in, of de Palestijnen naar Jordanië deporteren. Maar aan het eind van de dag rest wel de conclusie: Zo kan het niet langer. Allang niet meer. En een vraag: Wat nu?

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer